Skip to main content

CURAÇAO



In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Curaçao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there isTwee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het naïeve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid dat mij zeer nerveus maakte. Ik koesterde opzichtig mijn stoere cowboy-imago, dus het idee een gezinnetje te stichten was een serieus existentieel probleem. Ik moest tenslotte te allen tijde waar ook ter wereld gedropt kunnen worden.


Gedropt op de Noordkaap tijdens "AVRO's Poolsurvival"
Het vaderschap, zo leert ons de geschiedenis, is niet te combineren met een zwervend zeemansleven. Kortom, de Nederlandse grond werd mij te heet onder de voeten. Zo kon het dus gebeuren dat ik op een mistige februari-ochtend naar Schiphol werd gebracht in mijn ouwe trouwe Jeep Wagoneer. Chauffeur was mijn goede vriend Ben Cohen, de ongekroonde Amsterdamse koning van de shawarma. (Let op de juiste spelling!)

Voor de vertrekhal overhandigde ik hem met enig gevoel voor drama de autosleutels en Ben gaf mij volgens afspraak een envelop met vierduizend dollar cash. Startgeld voor mijn Caraïbische avontuur. Met in mijn hoofd de John Denver-klassieker I’m Leaving on a Jetplane liet ik Amsterdam, mijn verkering en de Inspecteur ver achter mij. Don’t know when I’ll be back again… Het plan was om als een soort technisch correspondent te gaan werken op Curaçao. Ik was al eerder op het eiland geweest. Het was de tijd dat geld nauwelijks een rol speelde bij de TV, dus elk excuus om iets op te Antillen op te nemen was snel gevonden. Tijdens deze klussen had ik gemerkt dat het leven in dit stukje tropisch Nederland nogal informeel was. Lekker losjes, niet te veel regeltjes, en redelijk buiten het zicht van de mannen met de blauwe enveloppen.

Met Bert Evers (l) op het Belastingkantoor van Bonaire
Ik filmde o.a. met Sierd de Vos een documentaire over het legendarische Oud-Internationals elftal. Op schoolreisje langs alle Antilliaanse eilanden school met Johnny Rep, de gebroeders vd Kerkhof, Neeskens, Pietje Schrijvers, Sjakie Swart en andere legenden.

Op schoolreisje met o.a. Willy v.d. Kerhof
Maar ook de talkshow van Tineke de Nooy werd daar een keer uitgezonden. Tijdens dit soort werkzaamheden raakte ik goed bevriend met Bert Evers. Hij was in de jaren ’60 en ’70 in Amsterdam een befaamde kroegbaas. Het roemruchte Café Burties op het Leidseplein droeg zijn (koos)naam. Bert is een rasechte Amsterdammer en een ondernemer pur sang.

Bert Evers (l) en uw verslaggever
Hij zag eind jaren ’80 het toeristische en commerciële potentieel van Curaçao. Als eerste begon hij op dit eiland een moderne hippe bar, de Rumours. Dit was het begin van een zeer succesvol horeca-imperium. Befaamde zaken als de Rumrunners en Mambo volgden. Inmiddels is hij al zo’n 30 jaar woonachtig op het eiland en een echte BC’er. (Bekende Curacaoënaar). Tegenwoordig runt hij o.a. Zanzibar, Tinto en (hotel-geheimtip) Landhuis Jan Thiel.

Bert is geen ordinaire horecafferdrinkt niet of nauwelijks. Hij heeft veel lokale mensen in dienst, met de nodige uitdagingen van dien waar hij smakelijk en met veel humor over kan vertellen. Maar hij blijft streetwise. Ooit legde hij mij uit: “Kijk Mulder, die zeshonderd mariniers die hier gestationeerd zijn krijgen allemaal tweeduizend gulden soldij per maand. Ze hebben op de kazerne complete kost en inwoning, dus die twee rooitjes gaan ze gewoon bij mij inleveren!”

Bert op marinebasis Parera
Toen ik hem, voor mijn definitieve vertrek uit Nederland, polste over de mogelijkheden om op Curaçao te gaan werken heeft hij meteen toegezegd te helpen met kantoor, huisvesting e.d. Dit genereuze aanbod was voor mij al bijna aanleiding om de knoop door te hakken. Er was echter nog één technisch probleem. Voor de meeste opdrachten heb je een goede geluidsman nodig. Een belangrijke functie, want naast uiteraard het goed registreren van geluid is zo’n figuur ook technisch assistent, een extra paar ogen en helpt hij bij moeilijke en ingewikkelde camera-bewegingen (zgn.“lopertjes’). Op mijn vraag aan Bert of hij op het eiland iemand kende die hiervoor in aanmerking kwam dacht-ie even na en vroeg: “Is dat moeilijk, kan ik dat leren?” Gezien zijn technische achtergrond (hij werkte vroeger in de wondere wereld van de gokautomaten) was mijn antwoord na vier seconden bedenktijd: “Bert, dat kan jij!” Ik gaf hem een stoomcursus geluid en “hengelen”. (Dat is de techniek waarbij je met een lange uitschuifbare boom met daaraan een microfoon geluid registreert. De microfoon is dermate gevoelig voor wind dat deze meestal wordt ingepakt in een zgn Rycote, een houder bedekt met pluishaar die de energie van de wind neutraliseert).

Na een paar proefopnames had ik er alle vertrouwen in en kreeg Bert de versierselen omgehangen: een echte, professionele vier-kanaals audio-mixer.

Goeie timing, want na amper een week rolde er op het kantoor een fax binnen (ja, jongens en meisjes, zo ging dat vroeger!) Het was een verzoek van de NOS of ik de volgende dag beschikbaar was voor enkele Journaal-opnames ivm het staatsbezoek van Koningin Beatrix aan Curaçao. “Bert”, riep ik, “je krijgt morgen je koninklijke vuurdoop!” En zo stonden wij de volgende dag op het platform van vliegveld Hato.


Het regeringstoestel PH-KBX kwam tot stilstand, de trap werd geplaatst en de deur ging open. Hare Majesteit, met in haar kielzog Willem-Alexander, liepen de trap af, de marinekapel speelde een vrolijk deuntje. Ik had Bert geleerd dat je de microfoon niet al te laag moest houden (“Hengel in beeld!”) en zeker bij het Koninklijk Huis is afstand letterlijk en figuurlijk gepast. Maar, zoals gezegd, op de Antillen is alles wat minder formeel. Dus na de welkomswoorden door de Gouverneur kropen Bert en ik toch maar wat dichterbij. Temeer daar de cameraman van Tele Curaçao, niet gehinderd door wat voor protocol dan ook, de hele tijd hinderlijk in mijn beeld liep. Het klassieke paparazzi geduw en getrek begon. Bert, die ook de belangrijke wet “alles voor het shot!” goed in zijn oren had geknoopt, deed vrolijk mee met het ellenbogen-werk en mede door de altijd aanwezige sterke wind kwam zijn microfoonhengel bijna op het hoofddeksel van Beatrix. De mannen van de RVD grepen met zachte hand in. Vervolgens ging het hele circus richting Fort Amsterdam in Willemstad. Ook daar stonden we klaar om het geplande wandelingetje van de Koningin, die zwaaiend naar een handjevol mensen op de Handelskade voortschreed, in beeld vast te leggen. Dit verliep zonder incidenten en we hadden onze shots. ’s Avonds in de Rumours zaten Bert en ik moe van alle opwinding maar tevreden aan de bar. Ik aan een stevige baco, Bert aan de koffie. Op een gegeven moment komt Willem, een van de partners van Bert naar ons toe. “Hee Burtie! Zag ik jou nou vanmiddag in de stad met zo’n kat aan een stok rondzwaaien? En wie was die oudere mevrouw met dat rare hoedje waar je de hele tijd achteraan liep?”
-----------------------------------------------------------------------------------------------------
 

Comments

Popular posts from this blog

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...