Skip to main content

VAN STOERE COWBOY TOT SOFT-IJSJE


Eerst een disclaimer om te voorkomen dat ik jullie kostbare tijd verspil: onderstaand artikel gaat over mijn kleinzoon. Vroeger sloeg ik dit soort kleffe verhalen meteen nijdig over. Dit om kramp in kromme tenen te voorkomen en de zoveelste “aandoenlijke” opmerking van een amper twee-jarige larf te moeten lezen opgetekend door een trotse grootouder. Alle begrip dus als je nu afhaakt…..
Ah, je bent er nog, niet zeggen dat ik je niet gewaarschuwd heb! Vroeger (Opa spreekt) was ik een stoere cowboy. Bungelend uit helicopters, hangend aan bergwanden, snipers ontwijkend tijdens de revolutie in Boekarest, afdalend in de zilvermijnen van Potosi, ik heb het allemaal gedaan and have the photos to proof it…






Mijn leven als cameraman was één spannend jongensboek. Als een echte huursoldaat trok ik over de globe, gewapend met mijn Ikegami (De Kalashnikov onder de camera’s) en de Sony BetaSP (zeg maar de M-I6, bekend van de yell: “I don’t want a teenage queen, I just want my M-16!”).
In de jaren ’80 en ’90, toen geld nauwelijks een rol speelde bij de TV, trokken mijn collega’s en ik over de hele wereld. Shoot first, ask permission later… We verbleven in de beste hotels, bezochten barretjes van twijfelachtige reputatie en lieten smachtende meisjes handenwringend achter. (Die foto’s laat ik nog even discreet in het archief). Het aangaan van een vaste relatie was natuurlijk niet te combineren met dit James Bond-bestaan. Ik kwam wel ’s aan op Schiphol na een klus alwaar een verse koffer voor mij klaar stond; de zgn. “doorstart”. (Meer stoere TV-verhalen verschijnen binnenkort gedetailleerd in dit blog). Helaas is het geld op in Hilversum en wordt er maar mondjesmaat naar het buitenland gereisd om daar programma’s op te nemen. De klussen die ik de laatste jaren heb gedaan voor de diverse omroepen en producenten gaven steeds minder aanleiding tot grootste en meeslepende verhalen aan de bar. En hoewel ik nog lang mijn camera nonchalant schietklaar op heuphoogte liet bungelen was dat zolangzamerhand een beetje een pose geworden. Wel heb ik nog heel lang een nobody-fucks-me plooi in m’n gezicht kunnen houden, zoals Clint Eastwood in zijn spaghetti-westerns en Dirty Harry serie.
Maar dit alles is nu verleden tijd sinds Finn er is. Hoewel zelf geen kinderen (inderdaad de consequentie van dit zwervende bestaan), heb ik al ruim tien jaar zwaar verkering met Nel. Zij is sinds kort oma en dat maakt mij min of meer Opa Mulder. En ja hoor, amper drie weken na de geboorte van Finn kwamen alle clich
és in colonne de hoek om marcheren. Ik probeerde nog rechtsomkeer te maken, maar één voor één haalden ze mij links en rechts in. 
De eerste verschijnselen waren natte ogen bij het horen op de autoradio van “Ombra Mai Fu” van Händel gezongen door Andreas Scholl. Ik was genoodzaakt een korte stop te maken op een parkeerplaats bij de A1. Een paar weken later moest ik snikken bij een documentaire over de geniale wetenschapper Alan Turing die als dank voor zijn verdiensten in de Tweede Wereldoorlog chemisch werd gecastreerd omdat hij homosexueel was en daarna zelfmoord pleegde. Daarna was er geen houden meer aan: Tranen met tuiten toen ik las dat het meesterwerk “Il Gattopardo” (De Tijgerkat) van Guiseppe Tomassi di Lampedusa pas een wereldwijd succes werd toen de schrijver net in armoede was overleden. Bijtend op mijn lip van ontroering tijdens een zonovergoten fietstocht langs de IJssel waar ter hoogte van het dorpje Marle een molen vrolijk stond te draaien. Ik hield het ook niet droog bij het zien van een adembenemend mooi straatje in het dorpje Castelglione di Sicilia waar een oudje vrouwtje tomaten stond te verkopen in een heel klein stalletje.
Het moge duidelijk zijn: ik ben van een stoere cowboy veranderd in een smeltend soft-ijsje. Waar ik vroeger in mijn PSU (Persoonlijke Standaard Uitrusting) een Leatherman-mes, ‘n Maglite-zaklantaren en digitale multi-meter had zitten, heb ik nu Kleenex-zakdoekjes paraat.
Maar, ik ben nog niet totaal verweekt. 
Gisteren heb ik namelijk voor Finn zijn eerste All-Stars gekocht. Zodat straks, als we door Amsterdam-Noord lopen, iedereen zal denken: Kijk, daar gaan twee stoere cowboys!
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



Comments

Popular posts from this blog

EIN ANGENEHMER NACHMITTAG

Ruim een half jaar geleden kregen mijn geliefde en ik een berichtje van onze goede vriend Paul. Of wij zin hadden hem en zijn knappe vriend Frank, Zahnarzt aus Hamburg, te vergezellen naar een uitvoering van een Wagner-opera in het befaamde Festspielhaus in Bayreuth? We keken elkaar even kort aan en riepen in koor: “NU!” Onze code voor Niets Uitstellen! We gebruiken dit mantra de laatste tijd steeds vaker. Het heeft alles te maken met het feit dat we inmiddels met steeds grotere regelmaat afscheid moeten nemen van dierbare vrienden. Er zijn talloze benamingen voor de Dood: Magere Hein, De Man met de Zeis of, in het Engels, het heerlijk onheilspellende The Grim Reaper. Zelf gebruik ik de door Harry Vermeegen bedachte, iets luchtigere maar zeer beeldende titel De Ober met het Laatste Bonnetje . Het is die schimmige figuur in een morsig, donker en versleten colbertje met scheef hangende, zwarte stropdas die vroeg of laat, juist als je het niet verwacht, plotseling op je schouder tikt. -We...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...