Recentelijk was ik op een omroepborrel in de
zelfbenoemde mediahoofdstad van Nederland, het altijd ongezellige Hilversum.
Diverse cameramannen, opnameleiders en belichters die ooit begonnen waren in de
zwartwit-tijd, stonden samengeklonterd aan de bar. De gesprekken die ik opving gingen
ongeveer zo: “Ik heb nog de eerste camera bediend bij ‘Swiebertje’, op een dolly, alles live!”. “En ik ‘Dorus!’ ”. “Ik weet het nog goed, het was bij de
opname van ‘Hadimassa’ met Annemarie Oster en een hele jonge van Kooten en de
Bie!”
Het grote snoeven was begonnen. Ik overwoog nog stoer mee te doen door te
zeggen dat ik regelmatig, in een donker hoekje van Studio 2, het Journaal
met Fred Emmer had gedaan.
Eén vaste camera op Fred, en met de andere moest ik
dan foto’s en kaarten, die in een waaier van lessenaars uitgestald stonden, afpannen. Maar ik besloot wijselijk mijn
mond te houden en verliet dit Jurassic
Park van oudgedienden. Een beetje kletsen met iets jongere mediamensen leek mij een beter plan, niet zwelgen
in het verleden, Mulder! Ik raakte in gesprek met een production manager van een groot facilitair bedrijf. Hij was zo’n
vijfendertig jaar, schatte ik. Hij kende mij van naam omdat ik al jaren met
enige regelmaat camera’s inhuur bij zijn firma. De conversatie kabbelde voort
en ging over de gebruikelijke dingen die met ons vak te maken hebben: slinkende
budgetten, nieuwe formats en de
techniek die steeds sneller lijkt te gaan. Toen vroeg hij: “Op welk programma
ben je eigenlijk het meeste trots?” Ik nam een slok wijn om te veinzen dat ik
even na moest denken. Maar deze vraag is mij in allerlei variaties eerder
gesteld dus ik wist het antwoord. “Met veel plezier en voldoening kijk ik terug op
mijn camera- en regiewerk bij ‘Glamourland’ “, zei ik iets te plechtig. Een
vragende blik. “Euhh, help me even, Glamourland? Dat is toch dat programma van
Jort Kelder over rijke en bekende mensen?” Op dat moment besefte ik, met een
wonderlijke combinatie van verbazing en berusting dat ook ik in de ‘Swiebertje’
categorie was beland.
Ik haalde diep adem en begon rustig uit te leggen dat
Jort Kelder weliswaar een verdienstelijke show had gemaakt in deze categorie,
maar dat het format een schaamteloze kopie was van het legendarische programma
‘Glamourland, Society volgens Dröge’. Mijn gesprekspartner was niet erg onder de indruk en na wat smalltalk liep ik maar verder terwijl ik
met enige weemoed aan Gert-Jan dacht.
Ik had de eer en het genoegen begin jaren negentig een aantal seizoenen te werken voor dit destijds zeer succesvolle en spraakmakende AVRO programma.
Een van de eerste items die ik mocht draaien bleek meteen een klassieker. We waren welkom bij Frau von Putkammer, de vrouw van de Duitse ambassadeur te Wassenaar. Zij had al haar vriendinnen uitgenodigd voor een high tea. Ik stond bij de ingang van de salon en hoefde alleen maar de camera te starten, de rest ging vanzelf. Een bont kakelende stoet van uiterst chique dames gaf acte de présence. Hofdames, gravinnen, douairières. Een hoop gezoen op wangen en kreten als “Hallo, wie schön dat je er bent!” en “tout le monde se connaît!” In zijn kenmerkende voice-over vertelde Dröge aan het einde van het item dat “het nog lang onrustig was in de haute volière". Deze geweldige teksten alsmede de komische titels in beeld waren het handelsmerk van dit programma. Met name de eerste seizoenen leverden gedenkwaardige momenten op. Bekende Nederlanders als Jan "daar zijn we weer" des Bouvrie, Ria Valk, Ronnie Tober, Hennie Huisman en Joop Braakhekke lieten zich onbekommerd door Gert-Jan Dröge te kijk zetten onder het motto: elke publiciteit is goede publiciteit. Maar ook de vertegenwoordigers van de high culture en de industriële elite lieten zich gewillig naar de slachtbank leiden. De kwaliteit van het programma zat, naast natuurlijk die manier waarop Dröge de mensen heerlijk vilein maar altijd charmant liet leeglopen, in de destijds unieke montage. Plus het feit dat er een heel team van writers verbonden was aan Glamourland. Dit is in Engeland en de VS gebruikelijk, maar in Nederland is daar nooit een budget voor. (Een uitzondering is “Zondag met Lubach”, waar wel degelijk geld wordt uitgegeven aan een grote redactie met talentvolle tekstschrijvers en dat betaalt zich duidelijk terug). Dröge was natuurlijk zelf een zeer creatieve tekstschrijver, maar toch werd altijd eerst het ruwe materiaal thuis bij Gert-Jan bekeken met een schrijverscollectief. Dat bestond onder andere uit Merel Laseur, Gerard van Lennep, Theun de Winter en Gijs van de Westelaken. Op basis van het ruwe materiaal werden dan gezamenlijk teksten en titels bedacht. Tevens hanteerden wij een tamelijk atypische manier van editing. Normaal worden bij dit soort programma’s eerst de beelden gemonteerd en daarna, over de beelden heen, de voice-over teksten ingesproken. Bij ‘Glamourland’ ging dit andersom: eerst werden in de studio de teksten ingesproken en vervolgens daar de beelden “opgelegd”. Deze manier van monteren zorgt uiteindelijk voor een perfect synchroon ritme in beeld, tekst en muziek. Dröge was een fan en kenner van het Britse tv-repertoire en had deze techniek ooit bij de BBC gezien. Maar dat nam niet weg dat Dröge tijdens de opnames op locatie uiterst alert en ad rem was. Tijdens bijvoorbeeld de rondleiding over het gigantische jacht van Bram van Leeuwen (aka ‘Prince de Lignac’) in de haven van St. Tropez beschreef de excentrieke miljonair de inrichting van zijn drijvend paleis.
Ik had de eer en het genoegen begin jaren negentig een aantal seizoenen te werken voor dit destijds zeer succesvolle en spraakmakende AVRO programma.
Een van de eerste items die ik mocht draaien bleek meteen een klassieker. We waren welkom bij Frau von Putkammer, de vrouw van de Duitse ambassadeur te Wassenaar. Zij had al haar vriendinnen uitgenodigd voor een high tea. Ik stond bij de ingang van de salon en hoefde alleen maar de camera te starten, de rest ging vanzelf. Een bont kakelende stoet van uiterst chique dames gaf acte de présence. Hofdames, gravinnen, douairières. Een hoop gezoen op wangen en kreten als “Hallo, wie schön dat je er bent!” en “tout le monde se connaît!” In zijn kenmerkende voice-over vertelde Dröge aan het einde van het item dat “het nog lang onrustig was in de haute volière". Deze geweldige teksten alsmede de komische titels in beeld waren het handelsmerk van dit programma. Met name de eerste seizoenen leverden gedenkwaardige momenten op. Bekende Nederlanders als Jan "daar zijn we weer" des Bouvrie, Ria Valk, Ronnie Tober, Hennie Huisman en Joop Braakhekke lieten zich onbekommerd door Gert-Jan Dröge te kijk zetten onder het motto: elke publiciteit is goede publiciteit. Maar ook de vertegenwoordigers van de high culture en de industriële elite lieten zich gewillig naar de slachtbank leiden. De kwaliteit van het programma zat, naast natuurlijk die manier waarop Dröge de mensen heerlijk vilein maar altijd charmant liet leeglopen, in de destijds unieke montage. Plus het feit dat er een heel team van writers verbonden was aan Glamourland. Dit is in Engeland en de VS gebruikelijk, maar in Nederland is daar nooit een budget voor. (Een uitzondering is “Zondag met Lubach”, waar wel degelijk geld wordt uitgegeven aan een grote redactie met talentvolle tekstschrijvers en dat betaalt zich duidelijk terug). Dröge was natuurlijk zelf een zeer creatieve tekstschrijver, maar toch werd altijd eerst het ruwe materiaal thuis bij Gert-Jan bekeken met een schrijverscollectief. Dat bestond onder andere uit Merel Laseur, Gerard van Lennep, Theun de Winter en Gijs van de Westelaken. Op basis van het ruwe materiaal werden dan gezamenlijk teksten en titels bedacht. Tevens hanteerden wij een tamelijk atypische manier van editing. Normaal worden bij dit soort programma’s eerst de beelden gemonteerd en daarna, over de beelden heen, de voice-over teksten ingesproken. Bij ‘Glamourland’ ging dit andersom: eerst werden in de studio de teksten ingesproken en vervolgens daar de beelden “opgelegd”. Deze manier van monteren zorgt uiteindelijk voor een perfect synchroon ritme in beeld, tekst en muziek. Dröge was een fan en kenner van het Britse tv-repertoire en had deze techniek ooit bij de BBC gezien. Maar dat nam niet weg dat Dröge tijdens de opnames op locatie uiterst alert en ad rem was. Tijdens bijvoorbeeld de rondleiding over het gigantische jacht van Bram van Leeuwen (aka ‘Prince de Lignac’) in de haven van St. Tropez beschreef de excentrieke miljonair de inrichting van zijn drijvend paleis.
“Hier hangt dus een wasbak van lapis lazuli,
deze trapleuningen zijn van goud en dit is ingelegd paarlemoer”. Waarop Dröge,
op zijn bekende zangerige toontje vroeg: “Die smaak, heeft u die van huis uit
meegekregen of heeft die zich in de loop der tijd ontwikkeld?” De humor van
Dröge en zijn manier van observeren werd soms “valsnichterig” genoemd maar was van
een hoger niveau dan de grappen en grollen van het tenenkrommende duo Geer en
Goor vele jaren later. Toch bezweek ‘Glamourland’ uiteindelijk onder zijn eigen
succes. Na een paar seizoenen waren de BN’ers steeds meer op hun hoede en de
uitnodigingen voor interessante openingen, premières en met name de chique
gebeurtenissen waar Dröge zo dol op was, drögden op. ‘Glamourland’ moest zijn
toevlucht zoeken in het buitenland waar men hem nog argeloos te woord stond.
Zo werden er specials geproduceerd op een cruiseschip, in New York en op Curaçao.
En nu, meer dan vijfentwintig jaar later, als ik met mijn geliefde op
een vernissage of première rondloop denk ik heel vaak: “Gert-Jan, waar ben je?”
Zo ook hier op deze borrel in Hilversum. Ik was inmiddels terug bij de bar en
wrong mij tussen de omroepdinosaurussen.
![]() |
Met Gert-Jan op Curaçao |
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Comments
Post a Comment