Skip to main content

OP=OP




Lopend door de stad op zoek naar een paar nieuwe Allstars (Wat!! Zeventig euro? Hallo Klaas Knot, hoezo blijft de inflatie redelijk laag?) zag ik ergens het bekende bordje "OP=OP". Mijn trouwe lezers weten inmiddels dat ik daar heel vrolijk van word. Ik ben sowieso dol op slogans van nijvere middenstandertjes. Op het eerste gezicht is “op=op” weinig origineel. Nee, dan de uitbater van een klein benzinestation in Midwolda, Oost-Groningen. Op zijn toonbank, volgestouwd met tandbedervende en vette meuk stond het bordje “Geen Wifi maar Bifi". Toch zit er veel meer achter “op=op” dan je in eerste instantie zou vermoeden. Het lijkt een open deur van de buitencategorie, maar als je deze kreet beschouwt als een algebraïsche of natuurkundige formule dan openbaart zich een fundamentele schoonheid.


Hoewel bovenmatig geïnteresseerd in wetenschap en techniek heb ik zelf helaas geen bèta achtergrond. Ik heb “slechts” havo 4. En dan ook nog met het ultra-lichte “havo pretpakket” Nederlands-Engels-Duits-Frans-Aardrijkskunde en Geschiedenis. In een melige bui wil ik mijn studie nog wel eens verder downgraden door te beweren dat ik cum fraude geslaagd ben voor mijn ulo-diploma. Maar dit pretpakket heeft mij toch, naast succes bij diverse pubquizzen, uitstekend geholpen bij het Grote Spel des Levens. Een mooi, ingewikkeld en spannend spel-met-hindernissen waarbij Expeditie Robinson en aanverwante kinderachtige survival-schoolreisjes verbleken. Met veel plezier en voldoening denk ik dan ook terug aan mijn middelbare schooltijd. Als “late augustusleerling” ging ik in 1967 naar de roemruchte Osdorper Scholen Gemeenschap, de OSG. Het was het eerste experimentele jaar van de zgn. Mammoetwet. De klassen boven ons waren nog “gewoon” mulo en hbs, wij vormden de eerste mavo, havo en atheneum-lichting. Iedereen begon in de brugklas, voor die tijd een geheel nieuwe methode om het leerniveau te “selecteren”. Dat selecteren ging bij mij zeer voortvarend, met dank aan een paar hele goede en enkele minder getalenteerde docenten. Mijn eerste wis- en natuurkundeleraar (zijn naam laat ik onvermeld) wist mijn aanvankelijke belangstelling voor deze vakken binnen een paar weken vakkundig in de kiem te smoren. Mijn leraar Engels echter verdient postuum een standbeeld. Zijn naam was Kees ten Holt.

Docent Engels Kees ten Holt leest gedicht
De allereerste Engelse les staat in mijn geheugen gegrift. Hij kwam het lokaal van het houten noodgebouw binnen met onder zijn arm een Plattenschlucker. Zoals de naam al doet vermoeden een draagbare platenspeler van Duitse origine.


Hij zette het oranje ding op zijn tafel, keek de klas rond en zei met een luide maar vriendelijke stem: "Goodmorning class, my name is Kees, welcome! From this moment on nobody will speak Dutch until I say so.."Uit zijn tas viste hij een singletje. Dankzij de platencollectie van mijn grote broer (ook een Kees) herkende ik zelfs van achter in de klas meteen de krullenbol van Bob Dylan. Het plaatje werd een stukje in de gleuf gestopt, het apparaat slikte 'm inderdaad in en na enig gekraak begonnen de eerste akkoorden, gevolgd door het nasale gezang van Dylan. Ten Holt draaide zich om en begon als een bezetene bijna synchroon de tekst op het bord te kalken:

Come gather 'round people
Wherever you roam
And admit that the waters
Around you have grown

Ik meen mij te herinneren dat ik toen dacht: inderdaad, the times they are a-changin'. Kees legde de Engelse lat quite high. Amper vier weken later kregen wij het gedicht Funeral Blues van W.H. Auden voor de kiezen.

Stop all the clocks, cut off the telephone,
Prevent the dog from barking with a juicy bone,
Silence the pianos and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come.

Mijn levenslange voorliefde voor de Engelse en Amerikaanse literatuur dank ik aan deze geweldige docent. Verder kreeg ik (uitstekend) geschiedenisles van een toen nog redelijk slanke Henk Vonhoff (inderdaad, de latere gezellig ronde VVD-senator) en aardrijkskunde van André Haakmat, later minister in Suriname. Maar, zoals gezegd, met de exacte vakken was het snel gedaan. Als mijn docent wis- en natuurkunde dezelfde didactische vaardigheden had gehad als mijn Engelse leraar dan had ik het misschien wel tot kernfysicus geschopt. Maar nu ervaar ik zelfs een formule als a2+b2=c2 als behoorlijk intimiderend. Ondanks deze blinde vlek volg ik toch dapper alles op het gebied van techniek, astronomie, ruimtevaart en zelfs de volkomen irrationele wereld van quantum physics. "Volgen" wil overigens niet zeggen dat ik veel begrijp van quantum-mechanica. Maar ik put troost uit de gedachte dat wat betreft deze wetenschap van o.a. de spookachtige "verstrengeling" van elementaire deeltjes (die tegelijk hier maar ook daar kunnen zijn), eigenlijk niemand het exact weet. Zelfs Nobelprijs-winnende professoren kunnen in hun zoektocht naar de theory of everything deze verschijnselen beschrijven, maar niet verklaren. Daarom is een formule als "op=op" zo geruststellend, hij geeft houvast.


Ok class, now pay attention, things are getting a bit confusing. "Op" is in feite "niets", leegte. De totale afwezigheid van sneakers, onderbroeken, koffiepads, geurkaarsen, waterstof, helium, neutronen en protonen. "Niets" is dus gelijk aan niets. Dit ontbreken van alle materie, het absolute vacuüm zonder energie en wat voor deeltjes dan ook, is ook voor de eredivisie van de wetenschap een hallucinerend gedachten-experiment. Daarom is zo'n bord op die Winkel van Sinkel een geweldig statement. Er zou natuurlijk ook een andere iconische natuurkundige formule kunnen staan. Bijvoorbeeld die van het onzekerheidsprincipe van Heisenberg. Ik heb even zitten knutselen (Photoshop voor beginners), maar dat ziet er toch minder wervend uit.

De schijnbaar verpletterende eenvoud van de vergelijking "op=op" is tevens grensoverschrijdend, want hij omvat het schemergebied tussen filosofie, religie en wetenschap. Ik denk dat Albert Einstein, de geestelijk vader van de meest beroemde formule aller tijden E=Mc2, met zijn bekende grijns op het gezicht deze middenstander-logica zou hebben bezien.

 Als toegift "Funeral Blues" op muziek gezet en uitgevoerd door Peter Lunow.
https://soundcloud.com/peter-lunow/peters-piano-1
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------


Comments

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...