Skip to main content

POOLSURVIVAL




Wederom een column uit de categorie "stoere televisie-verhalen". We schrijven 1989. Ik werd als cameraman ingehuurd voor een grote productie van de AVRO, destijds een omroepvereniging met een goedgevulde oorlogskas. De titel van het programma was Poolsurvival. Tegenwoordig is er elke avond wel een show waarin kandidaten op exotische locaties allerlei bespottelijke opdrachten moeten doen, maar toen was dit een van de eerste programma's in dit genre. (Kunnen we trouwens afspreken dat als er nog één regisseur is die kandidaten laat bungee jumpen hij/zij voor straf vier jaar lang de talkshow van Andries Knevel moet doen?)
De Poolsurvival zou zich, zoals de naam al doet vermoeden, gaan afspelen in een tamelijk koud gebied. De locatie was weliswaar niet exact de Noord- of Zuidpool, maar een onherbergzame regio boven TromsØ, Noord-Noorwegen. Ruim binnen de poolcirkel, dus de titel was gerechtvaardigd.


Bovendien, en dat maakte het meteen al opwindend, zouden de opnames plaatsvinden in het gebied waar "de NAVO regelmatig oefeningen houdt". Deze productie werd trouwens ook met de nodige militaire precisie voorbereid. Voorafgaand aan de opnames kregen alle crewleden (de totale ploeg bestond uit ruim dertig personen) een survivaltraining in de Ardennen onder de bezielende leiding van ex-marinier Dolf Nijssen. Er werd ons bijvoorbeeld geleerd wat te doen als de helikopter je niet meer kon ophalen vanwege plotselinge sneeuwstormen. "Je nooit verplaatsen! Ingraven! Wachten! En nooit, nóóit een klein tukje gaan doen!" (Militairen communiceren altijd met uitroeptekens.) Het format was simpel: gedurende vijf dagen zouden acht internationale koppels een traject afleggen en het onderweg tegen elkaar opnemen bij onderdelen als gletsjerklauteren, sleehondenrace, ijsschots-springen, kajakken e.d. 

De deelnemers moesten overnachten op de koude vlakte en de volgende dag weer hun koers vervolgen. Wij, camera- en geluidsmensen, registreerden dit alles uitgebreid. Gelukkig hoefden wij zelf niet in kleine tentjes of zelfgebouwde iglootjes te bivakkeren, maar gewoon in een comfortabel hotel in TromsØ.
Vroeg in de ochtend werden we per helikopter gedropt op het parcours en aan het einde van de middag, voor het donker werd, weer opgepikt.

De logistieke en technische uitdagingen waren niet gering. Met twaalf cameraploegen heb je al gauw een ijsberg aan apparatuur en uitrusting. Verder was er in 1989 daar nog geen dekkend gsm-netwerk. Er ging dus speciaal iemand mee als "Chef Verbindingen". We noemen hem hier maar even "Marco de Marconist". Hij voorzag ons allemaal van grote Motorola-portofoons. En omdat radiocommunicatie in bergachtig gebied altijd lastig is, moest er een krachtige steunzender (repeater in het jargon) geplaatst worden op de hoogste berg van het gebied. Marco zou deze zender, antenne plus een hele grote accu de eerste dag per heli neerzetten en alles vijf dagen later, aan het einde van de opnames, weer ophalen. Hij was de archetypische techneut, zeer vakbekwaam maar ook een tikje contactgestoord en beslist geen opvallende persoonlijkheid. Een eigenschap die hem bijna noodlottig zou worden....
Cliffhanger! Commercial Break!


Ter plaatse zou door een bekende AVRO-presentator alles van commentaar worden voorzien. Maar niet alleen het wedstrijdverloop, ook leuke weetjes, ditjes-en-datjes en anekdotes over Noorwegen en wat er al verder in zijn creatieve brein opkwam. ("Hier, hoog op de berg RingvassØya, stond Vikingkoning Lagnar Rodbrok peinzend uit te kijken over de Witte Vlakte...") Want we hebben het hier over niemand minder dan Jack van der Voorn. Nooit van gehoord? Niet zo verwonderlijk, want hij is halverwege jaren negentig tamelijk geruisloos van de buis en uit het zicht verdwenen. Zelfs toen al werden iets oudere presentatoren vriendelijk verzocht hun horloge-met-inscriptie in ontvangst te nemen en hun pasje in te leveren.
We vertrokken elke ochtend zeer vroeg per bus vanuit ons hotel in TromsØ naar de helipad, een paar kilometer buiten de stad. "Weten jullie trouwens wie daar staat?" tetterde Jack voor in de bus in de microfoon, wijzend op een groot standbeeld.

Complete stilte in de bus, een combinatie van slaapgebrek en uiterste concentratie met het oog op de komende ontberingen. "Daar staat een grote Noor!" vervolgde hij bombastisch. Mijn pubquiz-brein werd wakker. "De beroemde  componist Edvard Grieg?" "Nee! Dit is Roald Amundsen, de legendarisch poolheld. Als jullie straks staan te klappertanden op de Witte Vlakte, denk dan aan deze koene ontdekkingsreiziger!" Op dag twee, bij het passeren van het beeld, pakte Jack weer de microfoon. "En wie was dit ook al weer, jongens?" Vanaf de achterbank vroeg iemand: "Thor Heyerdahl?"
"Nee jongens, dit is Amundsen, op jammerlijke maar heroïsche wijze omgekomen op de Noordelijke IJszee." Dag drie, wij hadden inmiddels ons huiswerk gedaan. Jack probeerde het nog één keer. "Jullie weten nú toch wel wie deze onverschrokken, wereldberoemde Noor is." Mijn geluidsman, ook niet van de straat, zei triomfantelijk: "Edvard Munch, de schilder van de Schreeuw!"


Een andere collega, vanuit linksachter: "Nee dumbo, daar staat Hendrik Ibsen, de beroemde toneelschrijver!" "Het is Henrik, zonder 'd'!" riep iemand. "Volgens mij is het Alfred Nobel, uitvinder van de Nobelprijs!" klonk het ergens. "Hallo gozer!" reageerde een collega, "Die komt uit Zweden, dat weet ieder kind. Maar je bent wel warm, dit is namelijk Knut Hamsun, in 1929 Nobelprijswinnaar van de Literatuur!"
De volgende dag bleef het opvallend stil voor in de bus...
De opnames waren wat mij betreft één spannend jongensboek. Kuifje op de Noordpool. Springen uit helikopters, hangen aan bergwanden en je inderdaad, in afwachting van de deelnemers, ingraven.






Alles verliep uiteindelijk voorspoedig, de beelden waren adembenemend en regisseur Job Klinkenberg had plenty materiaal voor een aantal spannende afleveringen. Op de allerlaatste middag werden er nog wat extra beautyshots gemaakt met één cameraploeg, maar voor de meeste camera- en geluidsmensen zat het erop. Marco de Marconist had zich om drie uur 's middags op de berg laten droppen om de zender te ontmantelen. Het was goed weer, de werkzaamheden zouden even duren en de heli was elders nodig. Er werd afgesproken dat hij later weer opgepikt zou worden. Wij, inmiddels terug op het basiskamp, waren al begonnen met het verorberen van onze dagelijkse portie rendiergoulash en het voorzichtig opstarten van het traditionele eindfeest.


Vier uur, alle ploegen druppelden binnen. Toen de op deze breedtegraad vroeg intredende duisternis langzaam maar zeker inviel, kwam het feestje op gang. Champagne, zang en dans en veel schouderklopjes. De eerste voorzichtige dankspeeches werden ingezet. Iemand riep: "Ja, en de portofoons werkten uitstekend, Marco!" Dat werd door iedereen luidruchtig beaamd. "Ja, top Marco!" Maar, waar was-ie?
Het duurde slechts dertig seconden voordat het besef doordrong dat hij nog boven op de berg stond. In zijn eentje. Zonder communicatie, want die had hij zelf volledig ontmanteld.
Het was zelfs voor de zeer ervaren Noorse helikopterpiloot nog best tricky om in het schemerdonker iemand van een dergelijk hoge berg te hijsen met al zijn spullen, maar gelukkig stond ons Dappere Marconistje anderhalf uur later veilig aan de bar. Niet met een glas champagne, maar met een gloeiendhete mok thee met héél veel rum.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Met dank aan Arie van Drongelen, Emilia van Heuven & Sonja Boerhout

 

Comments

  1. Wat een verhaal Martien Mulder.ik was er ook bij.wat was het een geweldige ervaring hè. Hoor graag wat van je.gr Marianne

    ReplyDelete

Post a Comment

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...