Lieve Mona, Amy, Beatrijs, Reinildis en andere wijze vrouwen. Trouw lees ik jullie adviezen in kranten, boeken en tijdschriften inzake
etiquette, het ingewikkelde moderne leven en hoe alle valkuilen en boobytraps
van de urban jungle te vermijden.
Ik
klamp mij graag aan jullie vast, hoewel ik ook jullie Engelse collega John
Bridges van het hilarische standaardwerk How to be a gentleman zeker kan
aanbevelen.
In deze publicaties staan aanbevelingen over het wel dan niet
openhouden van deuren voor dames, handleidingen inzake smartphone-gebruik (wel
of niet op tafel), raadgevingen over het al dan niet tutoyeren van oudere
personen en nuttige tips over the art of
conversation. Op dit laatste onderdeel valt er bij mij nog wel iets te
winnen.
Inmiddels heb ik blauwe enkels van de subtiele schoppen die mijn eigen
Mona mij onder tafel toedient als ik weer eens vol op het orgel ga over
gevoelige onderwerpen. Tegenwoordig probeer ik eerst tot tien te tellen
wanneer, zoals laatst tijdens een dineetje, iemand beweert dat de monarchie zo
slecht nog niet is. Maar bij "tien" ging ik alsnog helemaal los.
"Wacht even vriend! Dus jij vindt het normaal dat wij, inmiddels
een behoorlijk eind in de 21ste eeuw, een niet-gekozen staatshoofd hebben dat,
omdat alle echte prinsessen reeds zijn uitgehuwelijkt of volledig door inteelt
gedegenereerd, de hand licht met de kleine lettertjes der monarchie en een of
ander golddiggerig burgermeisje trouwt
dat ik nu officieel met 'Hare Majesteit' moet aanspreken?" Het schoppen
tegen mijn enkels werd nu beduidend minder subtiel.
Eenmaal thuis moet ik weer diep door het stof en beloven dat ik dit
stokpaard voortaan in de koninklijke stallen laat staan. Of, als het dan toch
zo nodig moet, mijn republikeinse beginselen iets minder verbeten en met humor
ventileer. Point taken. Maar, en nu
kom ik terug bij de Mona's en andere etiquette-experts, de vraag blijft:
wanneer is het wél geoorloofd er met gestrekt been in te gaan? In ken iemand in
mijn directe omgeving die zeer gecharmeerd is van de opvattingen van Thierry
Bidet. (Ik weet dat verhaspelen van namen een beetje flauw is, maar de
Grootmeester van de politieke satire moet hier bestand tegen zijn. "Thierry de
Slingeraar" vind ik ook geslaagd, maar dit is alleen herkenbaar voor de
oudere kijkertjes onder ons.)
We leven godzijdank nog steeds in een uiterst stabiele, beschaafde en
welvarende democratie die tegen een stootje kan, dus afwijkende politieke
keuzes, zelfs van vrienden, dienen gerespecteerd te worden. Maar pittige
discussies over heikele onderwerpen als immigratie, het klimaat, Trump en
Thierry Baguette hoeven niet altijd angstvallig vermeden te worden, nietwaar
Mona? Toch gaat dit bij mij
regelmatig fout. Ik geef ruiterlijk toe, vaak is er drank in het spel.
Omdat ik mij grotendeels in het Grachtengordel Reservaat beweeg gaat
het qua consumptie weliswaar over fijne margaux en sprankelende chablis, maar
alcohol blijft wat het is: een harddrug waarvan de uitwerking telkens weer
anders uitpakt. De ene keer geraak ik in een gezellige mellow bui en converseer charmant en lichtvoetig, bijna op het
kleffe af. Maar een andere keer word ik valsenichterig en vinnig. Drie maanden
geleden waren we aanwezig in het
epicentrum van Oud-Zuid, chez Han de Vries, die regelmatig huisconcerten en lezingen organiseert in zijn door Cuypers ontworpen palazzo aan het Vondelpark.
Er werd later op de avond, na diverse glazen uitstekende huiswijn door een dame naast mij aan tafel belangstellend geïnformeerd naar mijn sterrenbeeld. "Bingo!" dacht ik. Een tikje hautain begon ik een verhandeling over dit "onuitroeibare middeleeuws bijgeloof". Ik zat dit keer buiten schopbereik, deed of ik de giftige blikken van mijn Mona niet zag en gooide er nog een schepje bovenop. In één moeite door sleepte ik ook homeopatie, acupunctuur en andere kwakzalvende therapieën erbij. Mijn buurvrouw was zelf ook al behoorlijk bedwelmd, dus mijn vileine toon en kort-door-de-bocht argumenten ontgingen haar gelukkig volledig.
Er werd later op de avond, na diverse glazen uitstekende huiswijn door een dame naast mij aan tafel belangstellend geïnformeerd naar mijn sterrenbeeld. "Bingo!" dacht ik. Een tikje hautain begon ik een verhandeling over dit "onuitroeibare middeleeuws bijgeloof". Ik zat dit keer buiten schopbereik, deed of ik de giftige blikken van mijn Mona niet zag en gooide er nog een schepje bovenop. In één moeite door sleepte ik ook homeopatie, acupunctuur en andere kwakzalvende therapieën erbij. Mijn buurvrouw was zelf ook al behoorlijk bedwelmd, dus mijn vileine toon en kort-door-de-bocht argumenten ontgingen haar gelukkig volledig.
Maar ook als out-of-towners of
gevluchte Amsterdammers hun gebruikelijke jammerklacht over de drukte in de
stad beginnen, geef ik vol gas en beland dan regelmatig in de vangrail.
"Druk, druk? Mag ik je eens meenemen naar bijvoorbeeld de Lindengracht,
hartje Jordaan, op een vrijdagavond? Bijna net zo uitgestorven als dat
pittoreske Biblebelt gehucht waar jullie in vrijwillige ballingschap zijn gaan
wonen. Ja, als je per se naar die koopgoten rondom de Dam moet omdat er in
jullie Dorpsstraat niets behoorlijks in de etalage ligt, dan is het inderdaad
even doorbijten..." Hoewel mijn geliefde mij niet letterlijk kan verstaan
ziet ze, helemaal vanaf de andere kant van de tafel aan mijn body language dat ik op oorlogspad ben.
Ze maakt een niet mis te verstaan "kappen nou!" gebaar.
Vorige week waren wij wederom te gast bij Han de Vries. We werden getrakteerd op een voortreffelijk huisconcert van violist Micha Molthoff en pianist Daniël van Zweden,
de uiterst vitale 92-jarige vader-van.
Tijdens de borrel na afloop kwam een oude bekende op mij af gestevend.
"Hallo", zei hij jolig, "Hebben we daar niet het erelid van het
Republikeins Genootschap?" De toon was gezet. Ik nam een slok wijn, telde
heel snel tot tien en antwoordde: "Ja amice, klopt! En zag ik jou nou
laatst langskomen in een Journaal-item over Koningsdag, zwaaiend met een oranje
vlaggetje op het Lange Voorhout?" "Haha! Ja, ik stond er al 's ochtends heel vroeg. Alleen de dames
van plattelandsvereniging Dedemsvaart moest ik voor mij dulden."
Dit ging goed zo, mijn Mona zou trots op me zijn. Light conversation, mild satirisch maar toch beschaafd. We
babbelden gezellig door, totdat mijn gesprekspartner het begrip "moderne
monarchie" liet vallen. Ik brandde meteen los: "Hoezo 'moderne monarchie'? Dat is een
schoolvoorbeeld van een contradictio in terminis." (Mijn Latijn is niet zo
goed als dat van Thierry Bigot, de Cicero van de Lage Landen, maar dit kwam er
toch mooi zonderen haperen uit.)
"Als we dan toch blijven hangen in die archaïsche onzin"
vervolgde ik, "dan wil ik ook het totale pakket, geen monarchie light! Onze vorst moet zijn Range Rover
onmiddellijk inleveren en voortaan alles met de gouden koets doen. Is logistiek
een uitdaging, geef ik toe, maar dan moet-ie maar iets eerder van huis.
Trouwens, Napoleon wist al ruim tweehonderd jaar geleden een behoorlijke
gemiddelde snelheid uit zijn keizerlijke coupé
te persen."
"Gaat het goed hier?" vroeg ze fijntjes.
"Ja, uitstekend schat, we hebben het over voetbal!"
"Ja, uitstekend schat, we hebben het over voetbal!"
-------------------------------------------------------------------------------------------------
Met dank aan Emilia van Heuven, Han de Vries en Ferry André de la Porte
Met dank aan Emilia van Heuven, Han de Vries en Ferry André de la Porte
© 2019
Martin Mulder
Comments
Post a Comment