Skip to main content

BRIDGE OVER TROUBLED WATER


Onderstaand stukje, zo vermoed ik, zal ongetwijfeld in de smaak vallen bij notoire Amsterdam-bashers of hen die met enig leedvermaak bezien hoe de hoofdstad zich weer eens onsterfelijk belachelijk maakt. Ik doel natuurlijk op de soap die "IJ-fietsbrug" heet. Want dat wil namelijk niet erg lukken. In de tijd dat op het stadhuis en in diverse overlegorganen luidruchtig wordt gebakkeleid over talloze variaties van deze hoognodige oeververbinding hebben ze in Rotterdam stiekem al twee bruggen gebouwd. Extra gênant is natuurlijk de ronkende taal die de Gemeente Amsterdam gebruikt als het over fietsen gaat. Niet zelden wordt beweerd dat wij de "Fietshoofdstad van de Wereld" zijn. Hier wordt echter kwantiteit met kwaliteit verward. Ik wil best geloven dat wij per inwoner de meeste fietsen in de openbare ruimte hebben (en daartoe reken ik ook de bodem van de grachten), maar of de fiets-infrastructuur hier zo voorbeeldig is waag ik te betwijfelen.

In Utrecht is dit al veel beter geregeld, om over Kopenhagen maar te zwijgen. Of juist niet, want in de Deense hoofdstad is de fiets namelijk oppermachtig, zij het op een andere manier dan in Amsterdam. Waar bij ons de Wet van de Fietsjungle geldt (collectief negeren van rood, schelden op alles wat beweegt), is in de binnenstad van Kopenhagen juridisch gezien bike priority van kracht. Dat wil zeggen dat alles wat op een fiets zit ook officieel de baas is. Dat geeft rust en voorkomt een hoop gevloek en getier.
Nu Amsterdam-Noord booming is, wordt een betere en kortere fietsverbinding over het IJ onontbeerlijk. Maar dit stuit op hardnekkige bestuurlijke en historische bezwaren. Het voelt misschien niet zo, maar in Amsterdam is de automobilist decennialang in de watten gelegd: IJtunnel, Coentunnel en Piet Heintunnel. Die laatste is aangelegd toen het allang klip en klaar was dat de auto moest inschikken. Maar deze tunnel heeft merkwaardig genoeg geen fietsgedeelte gekregen, met als gevolg dat het traject IJburg-Centraal Station met de auto korter en makkelijker is dan met de Babboe Bakfiets.

 
(Pubquizvraagje: waar, met die pragmatische no-nonsense mentaliteit die deze stad eigen is, heeft men al begin jaren zestig op meesterlijke wijze fietsers gefaciliteerd bij het oversteken van een waterscheiding? Oplossingen insturen vóór a.s. donderdag.)
Foto: Aart Klein
Ieder z'n vak. Ik heb een diep respect voor architecten en ingenieurs, maar met een liniaal een lijn trekken van het Centrum naar de overkant lijkt mij een goed begin. Met dezelfde liniaal is er tenslotte ook in de jaren zestig, onder PvdA-bestuur, meedogenloos een kaarsrechte lijn (de Weesperstraat/Wibautstraat) getrokken vanaf de Nieuwmarkt naar het Amstelstation. Opdat de hardwerkende forensende automobilist walmend in zijn Deuxchevauxtje of Kevertje over zijn eigen Boulevard Haussmann kon scheuren.

Een fietsbrug over het IJ dus, hoe moeilijk kan het zijn? Waar in Rotterdam meteen voortvarend de handen uit de reeds opgestroopte mouwen worden gestoken, gaan we in Amsterdam op ons gemak ruim baan geven aan mogelijke beren op de brug. Zo zijn er bijvoorbeeld bewoners van de kop van het Java-eiland die met droge ogen durven te beweren dat een mogelijke fietsbrug naar Noord "gevaar oplevert voor de buurt" en "overlast veroorzaakt". In de impasse die dit soort onzin oplevert grijpen fröbelaars onmiddellijk hun kans en gaan het wiel opnieuw uitvinden. Er wordt nu serieus nagedacht én gediscussieerd over een "kabelbaan". Briljant plan. Een wiebelend fietsenrek hoog boven het water, lijkt mij een topattractie!
Ik heb inmiddels zelf ook thuis met Lego zitten knutselen en de volgende alternatieven bedacht die ik graag op diverse voorlichtingsavonden wil toelichten: ten eerste de BikeCatapult XXL.

Verder de BikePython: een contraptie die in samenwerking met de Efteling wordt gebouwd. Vrij simpel: met de lift van het Havengebouw omhoog en dan, zoefffsteil omlaag naar de overkant. (Voor het traject Noord-CS wordt de Amsterdam Tower gebruikt.) Cruiseschepen kunnen, heb ik met natte vinger berekend, uiterst stuur- en bakboord precies onder de BikePython door.
Ook een draaibrug zoals de oude Hembrug (zie openingsfoto) of een Amsterdamse variant op de pontjesbrug van Willemstad dient serieus overwogen te worden. Levert misschien wat hinder op voor de beroepsvaart, maar ook die moet, net als andere deelnemers aan het Amsterdamse verkeer, gewoon "opzouten!"

Verder circuleren er inmiddels diverse varianten op een nieuw aan te leggen fietstunnel. (Waar was trouwens het ambtenaartje dat, toen het caisson van de Noord/Zuidlijn onder het IJ werd getekend, met zijn potloodje een fietscompartiment had moeten krabbelen?)
Teneinde deze impasse te doorbreken en een brug te slaan tussen voor- en tegenstanders (want je hebt ook nog van die hardnekkige romantici die vinden dat het met die gezellige pontjes allemaal best kan) stel ik het volgende voor: een schoolreisje voor alle Amsterdamse wethouders, ambtenaren en werkgroepleden. De bus vertrekt om 08:00 vanaf het Stadhuis (boterhammetjes zelf meenemen). Op het programma staan bezoeken aan diverse fietsbruggen te Deventer, Kampen, Arnhem, Maastricht en, de allermooiste (over het Amsterdam-Rijnkanaal): Nigtevecht.


Einde middag is het op naar Rotterdam, alwaar burgemeester Aboutaleb ons opwacht aan de oevers van de Nieuwe Maas. Als iedereen uit de bus is gestapt wijst hij met een theatraal gebaar naar de Erasmusbrug en begint te spreken: "Welkom Amsterdammers, ik leg het nog één keer uit..."



-------------------------------------------------------------------------------------
© 2020 Martin Mulder
Eindredactie Emilia van Heuven

Comments

Popular posts from this blog

EIN ANGENEHMER NACHMITTAG

Ruim een half jaar geleden kregen mijn geliefde en ik een berichtje van onze goede vriend Paul. Of wij zin hadden hem en zijn knappe vriend Frank, Zahnarzt aus Hamburg, te vergezellen naar een uitvoering van een Wagner-opera in het befaamde Festspielhaus in Bayreuth? We keken elkaar even kort aan en riepen in koor: “NU!” Onze code voor Niets Uitstellen! We gebruiken dit mantra de laatste tijd steeds vaker. Het heeft alles te maken met het feit dat we inmiddels met steeds grotere regelmaat afscheid moeten nemen van dierbare vrienden. Er zijn talloze benamingen voor de Dood: Magere Hein, De Man met de Zeis of, in het Engels, het heerlijk onheilspellende The Grim Reaper. Zelf gebruik ik de door Harry Vermeegen bedachte, iets luchtigere maar zeer beeldende titel De Ober met het Laatste Bonnetje . Het is die schimmige figuur in een morsig, donker en versleten colbertje met scheef hangende, zwarte stropdas die vroeg of laat, juist als je het niet verwacht, plotseling op je schouder tikt. -We...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...