Skip to main content

EENVOUDIG NAAIWERK



Als geëmancipeerde man word ik natuurlijk geacht mijn steentje bij te dragen aan het huishouden, maar dat dit in volmaakte harmonie gaat zou ik niet durven beweren. De oorzaak hiervan is hoofdzakelijk mijn modus operandi. Die is op zich nauwelijks gecompliceerd te noemen. In principe heb ik slechts twee standen, namelijk "Bezige Bever" of "Lui Varken". Als de schakelaar op standje 1 staat ga ik er vol in. Dit gebeurt voornamelijk tijdens mijn werk als cameraman. Mijn uithoudingsvermogen, tempo en inzet zijn dan, zonder te willen snoeven, bovengemiddeld. Maar thuis sta ik standaard op standje 2: "Lui Varken". Hangend op mijn chaise longue bij het raam veins ik het lezen van de krant of een boek, maar in feite heb ik dan alles uitgeschakeld behalve hartslag en ademhaling.


De reactie van mijn geliefde (die er niet intrapt dat ik met een opengeslagen dik boek over Napoleon zogenaamd aan mijn éducation permanente werk), kent ook slechts twee standen: berusting (vind ik uiteraard prettig) of openlijke irritatie. Die uit zich voornamelijk door mij zuchtend en hoofdschuddend aan te kijken, maar soms ook door het gooien van voorwerpen naar mijn hoofd zoals sokkenbolletjes of grote proppen krantenpapier. Met deze laatste projectielen is zij overigens gestopt toen ik zo'n prop behendig opving, rustig ontvouwde en zei: "Dank je schat, dit artikel moest ik nog lezen!" Ook is mijn aan hypersomnia grenzende slaappatroon (tien uur draai ik mijn hand niet voor om) voor haar iets totaal onbegrijpelijks. Ik werd een keer wakker na een heerlijke lange nacht van ruim elf uur diepe slaap. Knipperend tegen het daglicht schuifelde ik in mijn ochtendjas naar mijn vertrouwde plek aan het raam, plofte neer en zei tot ontsteltenis van mijn huisgenoot: "Zo, ik denk dat ik nu meteen maar doorstoot naar mijn powernap."
Inmiddels doe ik nu, na keiharde onderhandelingen waarbij serieus met huisuitzetting werd gedreigd, enkele bescheiden taakjes in en om het huis.
Het zijn bezigheden waar zij een hekel aan heeft of het geduld niet voor kan opbrengen maar die mij in principe niet tegenstaan. Een en ander heeft ook te maken met het (op mijn aandringen) ontslaan van de Bulgaarse Brigade. Dat waren twee werksters plus opzichter die tweewekelijks kwamen schoonmaken. Toen ik hier een paar jaar geleden introk behoorden zij tot het arrangement. Ik kwam er al gauw achter dat we hier te maken hadden met het bekende fenomeen van werksters die niet écht goed kunnen schoonmaken maar om onduidelijke redenen gedoogd worden. Mijn geliefde zag het meer als ontwikkelingshulp voor deze types die geen enkele taal behalve Bulgaars spraken, en dat siert haar. Als verwende hoteltijger weet ik waar een schone ruimte minimaal aan moet voldoen maar dat niveau werd zelden gehaald. Na een lange campagne kreeg ik toch mijn zin en moest de Bulgaarse Brigade de sleutels inleveren. (Ze kregen een mooie oprotpremie mee.) Er waren wel uitdrukkelijke voorwaarden verbonden aan deze wijziging in het huishoudelijk regime. Ik moest onder andere plechtig beloven met grote regelmaat het toilet fris te houden. No problem baby! Ik trek nu elke week een oude spijkerbroek met afgeknipte pijpen aan en een gerafeld T-shirt, zet mijn speciaal voor dit doel aangeschafte draadloze koptelefoon op, stem af op het oldskool house-station "Dogglounge Radio", ga door de knieën en begin vrolijk te soppen. (Gelukkig zijn daar geen beelden van, maar volgens mij ziet het er enigszins homo-erotisch uit.) Maar mijn corvee beperkt zich niet tot deze kleine maar belangrijke twee vierkante meter. Ik excelleer namelijk ook in de categorie "eenvoudig naaiwerk" en "licht strijkwerk". Het aanzetten van knopen en afzomen van broekspijpen heb ik ooit van mijn moeder geleerd. Dit karweitje is dus in feite een hommage aan haar vaardigheden op dit gebied. Zij kon van een willekeurig "couponnetje" van de markt alles maken.

Mijn moeder (ca 1939) in eigen creatie

Wij hadden het thuis niet breed, maar dankzij haar kon elke modegril uit die tijd (soulbroeken, Beatles jasjes, bloemetjesoverhemden) snel en goedkoop thuis geproduceerd worden. Ik zie nog die geheimzinnige knip- en raderpatronen voor mij, uitgespreid op tafel, die doen denken aan de strepen op de vloer van een sporthal of een opname van de CERN-deeltjesversneller.






Eerst werkte mijn moeder nog ouderwets op een klassieke Singer trapnaaimasjien maar later, na lang zegeltjes sparen van de Albert Heijn, op een heuse elektrische.
"Licht strijkwerk" is mijn favoriete verplichte bezigheid. Een echte vent is een Zelfstrijker. Het is meditatief, rustgevend en het gladstrijken van plooien en wegwerken van kreukels is diep filosofisch en werkt louterend. Bovendien heel zen en mindful.
Bij deze bezigheid zet ik natuurlijk een mooi strijkkwartet op, bijvoorbeeld Der Tod und das Mädchen van Schubert, maar ook de ijle klanken van Arvo Pärt komen het resultaat ten goede, vooral bij de boorden. (En nee, liefhebbers van woordgrappen, ik draai uitdrukkelijk géén Iron Maiden of Iron Butterfly.)
In eerste instantie streek ik alleen overhemden en broeken, maar inmiddels heb ik de smaak te pakken. Ook theedoeken, kussenslopen, onderbroeken en zelfs sokken moeten eraan geloven. Het gevolg is wel dat ik nu in de gevreesde (opwaartse) spiraal zit van behoefte aan steeds beter materiaal en vernuftige accessoires. Morgen wordt er een mouwplankje bezorgd, want met de standaardplank gaat dit altijd lastige onderdeel niet optimaal.


En net als mijn moeder vroeger ben ik nu aan het sparen voor het echte werk. Niet van onze nationale trots Philips, want die ziet geen brood meer in huishoudelijke apparaten. Ik ga binnenkort de plank heel hoog leggen met de Laurastar Pulse S8. de Tesla onder de strijksystemen. Kosten zo rond de duizend euro, maar dan heb je wel de beschikking over een stoomdruk van 3,5 bar!

Als laatste nog een Zelfstrijkertip: gebruik nóóit leidingwater in je stoomstrijkijzer in verband met kalk- en loodaanslag. Ikzelf zweer bij Evian of San Pellegrino. Zonder koolzuur uiteraard...

----------------------------------------------------------------------------------------
© 2020 Martin Mulder
Eindredactie Emilia van Heuven






Comments

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...