Skip to main content

K-1: LET'S GET READY TO RUMBLE!



Eind jaren negentig maakte ik kennis met de wondere wereld van het kickboksen. Samen met mijn toenmalige partner Mylène de la Haye runde ik tv-productiemaatschappij The Viewmasters. Wij maakten o.a. voor RTL 5 een programma met als titel Mylène de la Haye, P.A. Hierin volgden wij gedurende één werkdag BN-ers, CEO's van grote bedrijven of bekende sporters. Mylène wierp zich dan op als Personal Assistent, chauffeerde haar "bazen", vergezelde hen bij afspraken en zorgde dat hun dag vlekkeloos verliep. Een paar namen: Stelios Haji-Ioannou (CEO van EasyJet), de betreurde Jules Deelder, Nicolas Hayek (CEO van Swatch), regisseur Jean van de Velde, coureur Jan Lammers en de Frank Sinatra van de Lage Landen, Lee Towers.

                                           The Viewmasters op locatie
In 1999 kregen we een buitenkansje in onze schoot geworpen: we mochten mee naar Tokio met kickbokser Peter Aerts die zijn wereldtitel in de befaamde K-1 World Grand Prix moest verdedigen. Dit door Japanners georganiseerde toernooi was de absolute eredivisie van het kickboksen. Hoewel het een kostbaar uitstapje zou worden, kregen we van RTL het financiële groene licht. Mede omdat we ter plaatse ook een aflevering konden filmen met de onlangs overleden Pim Verbeek, die daar coach was bij het Fuji-voetbalteam. Kickboksen was al behoorlijk populair aan het worden, maar journalisten werden nauwelijks toegelaten tot dit gesloten wereldje van vechters, trainers en hun bonte entourage. Dit had alles te maken met het imago van de sport. Niet zelden werd kickboksen een-op-een geassocieerd met criminaliteit. Ook hier hadden een paar dubieuze types het voor de rest verknald (waarbij de knallen voornamelijk uit vuurwapens kwamen). Bekendste/beruchtste voorbeeld hiervan was wereldkampioen André Brilleman, die voortvarend actief was in het drugscircuit en functioneerde als lijfwacht van Klaas Bruinsma. Uiteindelijk werd hij in 1985 met een "paar betonnen schoenen" (zoals dat zo fijntjes heet in het milieu) op de bodem van de Waal gevonden. Geen goede pr voor de sport dus. Aan ons de schone taak het bezoedelde imago van het kickboksen enigszins op te poetsen. Mylène had inmiddels al een reputatie verworven als one of the guys, was met haar komische (gespeelde) stunteligheid ongevaarlijk en zag er altijd stoer uit. We waren dus welkom om regerend wereldkampioen Peter Aerts, bijgenaamd The Lumberjack, met de camera te volgen.

De echte personal assistent en coach van Aerts was viervoudig wereldkampioen karate André Mannaart. Een gerespecteerde sensei en tevens eigenaar van de befaamde sportschool Mejiro Gym in de Jordaan. Mannaart, een aardige en rustige vent, zou je op het eerste gezicht (tikje bedeesd, ziekenfondsbrilletje) inschatten als een ietwat sullige leraar wiskunde.
Dat dachten twee gozertjes op een scooter ook die hem sneden toen hij op de Rozengracht fietste. Mannaart riep iets als: "Hé mafkezen!" De scooterjongens draaiden meteen om en gingen dwars op de weg staan om hem een lesje te leren. Hier begingen ze een klassieke vergissing. De sensei is juist diegene die lesgeeft. Drie seconden later lagen er twee bontkraagjes op het asfalt naar adem te happen.
Het was voor Mylène en mij de eerste kennismaking met Tokio. Een prettige kennismaking, want ondanks de circa negen miljoen inwoners is het een relaxte en veilige stad. Toen we een dag voor de wedstrijd met Aerts door de stad trokken om wat sfeershots te verzamelen, waren we getuige van het begrip Big in Japan. Overal moesten we stoppen voor handtekeningen en foto's. Meestal voor jongeren, maar ook oude omaatjes wilden hem aanraken.




Tot grote frustratie van de organisatie waren, sinds de oprichting van K-1, de Nederlanders oppermachtig. In het walhalla van de vechtsport wisten die Noordelijke reuzen, in het kielzog van de mythische judoka Anton Geesink, alle Japanners consequent van hun eigen bakermat te vegen. Incidenteel zegevierde nog wel eens een grote Joego of een Australiër, maar die werd dan het jaar erop weer afgedroogd door vertegenwoordigers van het langste volk ter wereld. Tandenknarsend stuurde de K-1 organisatie talentvolle Japanse vechtsporters op studiereis naar Amsterdam om bij Mejiro Gym, Chakuriki of De Vos Gym in de leer te gaan. Na deze stages en een hoop gesjoemel met punten stond er soms een Japanse vechter in het toernooi , maar die kon traditiegetrouw in de kwartfinale rechtstreeks naar de Eerste Hulp. De uiteindelijke avond van de K-1 Grand Prix in de Tokyo Dome maakte diepe indruk. Het sportpaleis, groter dan de Arena, was tot de nok gevuld met Japanners, waaronder gezinnen met koelboxen en jonge kinderen. ("Kom kleine Izumi, we gaan kijken hoe grote westerse mannen elkaar  verrot slaan en schoppen.") De openingsceremonie, met live symphonieorkest en koor was heerlijk bombastisch. Op het repertoire natuurlijk het onvermijdelijke Also Sprach Zarathustra en de Carmina BuranaEr zouden die avond acht kickboksers, de beste van de wereld, tegen elkaar uitkomen via een knock-out systeem. Sommigen (zo hoopte het publiek) letterlijk via een KO, sommigen op punten. Vechters die in de beslissende finalepartij stonden hadden die avond dan al een zware kwart- en halve finale moeten overleven. 


De entree van elke deelnemer is indrukwekkend. Iedere kickbokser heeft zijn eigen opkomstmuziek als hij over het met fakkels verlichte pad naar de ring gaat. Zo moet het ook vroeger in het Colosseum zijn gegaan. Het "morituri te salutant" klinkt nu als "Let's get ready to rumble!" en wordt geroepen door een speciaal hiervoor ingevlogen Amerikaanse ringmaster. De gong slaat voor de kwartfinale van Peter Aerts. Zijn tegenstander: het Franse monster Jerome Geronimo Le Banner, een soort Obelix die zich letterlijk uit de sloppen van Le Havre omhoog heeft geknokt.


Vanuit de hoek schreeuwt Mannaart zijn geniale aanvalsplan naar Aerts (het plat-Amsterdams moet je er even bij denken): "Oké Peter, sla 'm in mekaar!"
Wij gokken erop dat Aerts redelijk ongeschonden door deze partij zal komen. Maar Jerommeke is niet bereid aan dit draaiboek mee te werken. Al na anderhalve minuut weet de Fransman met een klassieke linkse uppercut de kin van Aerts zodanig te raken dat The Lumberjack als een omgehakte woudreus in slow motion omvalt en uitgeteld wordt door de scheidsrechter. Knock Out indeed! Een oorverdovend gejoel klinkt in de Tokyo Dome. Ondanks de populariteit van Aerts is dit het spektakel waar het publiek op heeft gehoopt, de wereldkampioen in nauwelijks twee minuten afgeschminkt. Wij balen natuurlijk ontzettend van de onverwacht snelle uitschakeling van onze hoofdpersoon. Einde verhaal. Of toch niet? Er is namelijk nóg een Nederlander, Ernesto Hoost.

Uiteraard weten wij dat Hoost ook meedoet. Maar Mr. Perfect, zoals zijn bijnaam luidt, had zich voor ons en iedereen voortdurend verborgen gehouden in het hotel en vond het wel prettig dat alle aandacht naar Aerts uitging. Nu deze voortijdig is geveld besluiten wij, noodgedwongen en opportunistisch als tv-makers zijn, te focussen op Ernesto. Het droomscenario dat zich vervolgens ontrolt is er een uit het boekje: in de halve finale slaat Hoost het enfant terrible Le Banner volledig knock-out. En dan, in een uiteindelijk bloedstollende finale, weet Mr. Perfect zijn tegenstander, de Kroaat Mirko Filipovic, in drie rondes letterlijk op de knieën te krijgen. Wederom moet Mr. Ishi, de grote baas van K-1, tandenknarsend de kampioensbelt aan een hele grote Nederlander overhandigen...

Op onderstaande YouTube link kun je de bewuste aflevering uit 1999 in zijn geheel terugkijken.
https://youtu.be/qwwFhA2-PNw
---------------------------------------------------------------------------------------------
© 2020 Martin Mulder
Eindredactie Emilia van Heuven

Comments

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...