Skip to main content

DINOSAURUS

Als er ergens in de stad een Porsche of Ferrari langsscheurt kijk ik nooit naar de auto zelf, maar naar de reactie van de voetgangers of fietsers. En dan zijn het, alle emancipatie ten spijt, meestal mannen die deze bolides verlekkerd nakijken. Je ziet ze denken: "Als ik het geld had..." Daar heb ik geen last van. Althans, niet bij bovengenoemde merken. Maar gisteren betrapte ik mijzelf op een reflex uit langvervlogen tijden. Ik hoorde linksachter het onmiskenbare geluid van een 8-cilinder aanzwellen. En ja hoor, daar schoot een heerlijk ordinaire Ford Lincoln Continental voorbij. Een dinosaurus uit een tijdperk dat nooit meer terugkomt.

En, omdat niets fantastischer is dan de werkelijkheid, daarachter een Tesla Model X. "Nú kiezen!" riepen wij vroeger tegen elkaar als achtjarige snotapen. In dit geval wist ik het meteen...
Af en toe zie je in documentaires shots langskomen uit de jaren zestig en zeventig van de Santa Monica Freeway bij Los Angeles of de New Yorkse Brooklyn Bridge. Indien mogelijk spoel ik terug en bekijk de beelden in slow motion. Een armada van Chevrolet Bel Airs, Cadillac Eldorado's, Ford LTD's en Chrysler Cordoba's. Pure auto-porno.
Halverwege de jaren zeventig kocht ik mijn eerste 8-cilinder. Het was een blauwe Chevrolet Malibu Classic Stationwagon en die had, net als alle Amerikanen uit die tijd, een monsterlijk grote motor voorin.


Voor de kenners: een 5.7 liter big block. Voor de meisjes: een krachtcentrale waarin acht grote melkflessen stonden te stampen, daarbij enorme hoeveelheden fossiele brandstof verslindend. Benzine was destijds in Amerika zo goed als gratis. Een gallon regular (vier liter super) was goedkoper dan dezelfde hoeveelheid mineraalwater. Met als gevolg dat Joe Average naar kantoor reed in een enorme bak die minimaal twee ton woog, want gewicht (en dus verbruik) was een te verwaarlozen factor. Het brandstofverbruik van mijn Chevy was inderdaad spectaculair, ik schat 1 op 4. De standaardgrap was altijd: "Als je in dit soort auto's rijdt kun je het gorgelen van de draaikolk in je tank horen." Benzine was hier aanzienlijk duurder dan in de VS, maar toch stond ik altijd met een grote stoere grijns op mijn gezicht bij de pomp. De conversatie met een tankende buurman ging meestal als volgt (en met terugwerkende kracht schaam ik mij een beetje):
"Zo, die lust zeker wel wat. Rij je niet op gas?"
"Nee, op gas moet je koken, een echte vent rijdt op benzine!"
Omdat ik vroeger geen geld had voor een brommer had ik nul sleutelervaring toen ik mijn eerste Amerikaan kocht. Uiteindelijk heb ik een stuk of zes Chevy's gehad, een Jeep Wagoneer, een Ford LTD en, along the highway, de nodige technische kennis opgedaan.





Niet dat mijn wagens onbetrouwbaar waren, dat viel reuze mee. Zeker vergeleken met Engelse of Franse auto's. (De mooiste auto ter wereld, de Citroën DS, is alleen op de weg te houden als je fulltime een méchanicien in dienst hebt, liefst met kost en inwoning, want panne slaat altijd op de meest ongelegen momenten toe.)
Mijn dinosaurussen waren eenvoudig te onderhouden. Je opende de enorme motorkap en kon dan bij wijze van spreken in het motorcompartiment gaan staan. Alle cruciale onderdelen waren makkelijk bereikbaar. Bougies, dynamo, V-snaren, oliefilter etc. kon je zo zien liggen en waren eenvoudig te vervangen of te repareren. Dat is nu wel anders. Mijn garagist destijds, Willem Fack uit de Eerste Oosterparkstraat, heeft uiteindelijk in de jaren negentig de baco aan de wilgen gehangen onder het vertwijfeld uitroepen van: "Ik kap ermee, die moderne auto's zijn nauwelijks meer te repareren zonder een cursus gynaecologie gedaan te hebben!"
Mijn sleutelvaardigheid werd geholpen door het ruimtelijk inzicht dat ik als klein Martintje had opgedaan bij het lijmen van tientallen modelvliegtuigjes van het merk Airfix of Revell.
Het bouwschema van zo'n plastic vliegtuigje vertoont namelijk veel overeenkomsten met de Haynes Repair Manual, de Bijbel van alle autosleutelaars over de hele wereld.
In deze manual stond bijvoorbeeld nauwkeurig beschreven, ondersteund door overzichtelijke schema's, hoe je een dynamo kon demonteren en repareren. En ook weer terugplaatsen volgens de ijzeren Haynes logica: reassembly of generator is reversal of disassembly. Er stond zelfs in hoe je een automatische versnellingsbak uit- en weer in elkaar kon zetten. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat dit ooit iemand gelukt is.
Het bezit en onderhoud van een klassieke oldtimer is vandaag de dag een kostbare affaire geworden. In mijn postcode zie ik daarom opvallend veel zgn. youngtimers. Dat zijn niet van die opgepoetste spic en span klassiekers uit een Zwitserleven reclame, maar gewoon ouwe barrels die op straat een beetje lekker staan weg te roesten.




Overigens, bij het poseren naast dergelijke automobielen is de juiste houding belangrijk. Zo hoort het: nonchalant een paar graden achterover leunen op de dak, het linkerbeen iets geknikt, en met de grote teen het asfalt toucheren.
Het vermoeden van een glimlach kan helpen, hoewel mijn goede vriend Han hierin niet helemaal meegaat. Hij legde mij ooit uit dat als hij in zijn Jensen Interceptor door Zuid rijdt, je gezichtsuitdrukking heel nauw luistert: "Vooral niet glunderen, maar ook niet ál te nonchalant kijken. Het is een combinatie van lichte ontstemming en berusting."

Met het verdwijnen van betaalbare, goede exemplaren en door de hoge benzineprijzen heb ik uiteindelijk met pijn in mijn hart afscheid moeten nemen van mijn guilty pleasure en rijd ik nu in zo'n ultiem saaie Oud-Zuid Volvo, een oerdegelijke V70. Geen idee van welk bouwjaar, maar er zit nog wel een cassettespeler ingebouwd. 
Daarop draai ik nog wel eens een cassette die ik in 1979 heb opgenomen in LA van het radiostation KROQ 106.7 FM, compleet met commercials en traffic updates. Als ik dat hoor waan ik mij toch een beetje op de Hollywood Freeway. Ik mis alleen het geluid van die acht stampende cilinders.


--------------------------------------------------------------------------------------
© 2020 Martin Mulder
Met dank aan Emilia van Heuven

Comments

  1. Online playing has been gaining increasingly popularity, and slot machines are amongst players favorite games. However, for less experienced players, this selection of games is so diverse that typically the selection is difficult. 솔 카지노 We advise you to take the time to find out|to search out} what slot machine scheme fits your needs as a player.

    ReplyDelete

Post a Comment

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...