Mijn therapeut slaat haar knalrode Moleskin open, pakt haar vulpen en luistert aandachtig terwijl ik van wal steek:
"Zoals ik u al in de vorige sessie heb uitgelegd, kon ik gedurende mijn hele professionele leven uitstekend overweg met de camera. Maar nu maak ik, geheel volgens planning, langzaam maar zeker ruim baan voor de jonge honden die mij links en rechts inhalen. En zo hoort het, vindt u ook niet?"
Ze knikt begrijpend. Ik vervolg: "Ondertussen probeer ik een oude liefde, het schrijven van stukjes, weer wakker te kussen. Dat kost tijd, maar die heb ik als pensionado inmiddels in overvloed. Schrijven is een bezigheid die mij veel plezier en voldoening verschaft, maar ik heb nog een lange weg te gaan voordat ik mijzelf op verjaardagen ongegeneerd ga presenteren als 'schrijver'. Ondertussen lees ik mij suf: romans, korte verhalen, essays, columns. Dit in de hoop hier al lezende beter van te worden, begrijpt u wel?" Mijn therapeut knikt wederom instemmend.
"Maar inmiddels raak ik wel licht geïntimideerd door al die multi-talenten die het schrijven moeiteloos nog even tussen alle bedrijven door doen," zeg ik nu iets luider. Ik pauzeer voor ik vraag: "Ik begrijp dat jaloezie een niet zo hele fraaie emotie is?”
"Valt wel mee," zegt de therapeut, "eigenlijk is 'jaloezie' het kleine broertje van 'afgunst' en kan zelfs stimulerend werken. Maar wat of wie vind je dan zo intimiderend?" Ik haal diep adem en antwoord: "Het gaat om diegenen die niet slechts één creatief talent bezitten, maar een heel scala aan gaven hebben en dit uitbundig en zonder enige schroom etaleren. Het woord ‘inpeperen’ komt in mij op. U kent ze wel: zij die niet alleen heel goed zijn met olieverf op canvas, maar daarnaast ook nog kunnen acteren, tv-programma's presenteren en heel goed kunnen pianospelen. Of zij die naast het voorzitten van fora ook nog met een theaterprogramma vol grappen en grollen alle zaaltjes in het land aandoen, documentaires maken terwijl ze net zo makkelijk een meeslepend boek schrijven over hun dementerende moeder. Dan zijn er figuren die ’s ochtends sneakers ontwerpen, 's middags rotondekunst lassen en 's avonds nog even wat sonnetten schrijven.
Of BN-ers die felrealistische zwartwit foto's maken in moeilijke landen en dan op de terugweg in het vliegtuig een handleiding schrijven over rouwverwerking bij overleden huisdieren. En dan hebben we nog de Leonardo da Vinci van de Lage Landen. U weet wel, die architect die tevens filosoof is, tentoonstellingen ontwerpt, scenario’s schrijft en hardop droomt van een wolkenkrabber op Mars." Ik begin steeds harder te praten. "Verder ken ik iemand die straattheater maakt, in haar eigen studiootje cd's opneemt met muzikanten uit Tadzjikistan terwijl ze verder workshops geeft over een revolutionair dieet dat alle andere diëten overbodig maakt. Ondertussen werkt ze aan een video-installatie die Times Square zal 'reduceren tot een ordinaire snackbar-neon', zoals ze laatst bij Omroep Max mocht verkondigen."
“Mmm…” zegt de therapeut, “volgens mij sla je nu toch af richting afgunst."
“Nou," antwoord ik, “er zit voornamelijk verbazing in deze observaties. Hoe houden ze al die ballen zo ogenschijnlijk probleemloos in de lucht? Ik moet al alle zeilen bijzetten om elke week een stukje van amper duizend woorden te schrijven. En moet je je juist niet heel erg focussen op één activiteit in plaats van het hele palet aan creatieve oprispingen te willen uitoefenen? Gaat die kwantiteit niet ten koste van de kwaliteit?"
"Dat is een interessante opmerking", zegt mijn therapeut, "er zijn nieuwe inzichten over 'generalisten' versus 'specialisten'." Ze pakt De Volkskrant van het tafeltje.
"Maar u bent toch ook specialist, mag ik hopen? Of bent u tussen sessies door bezig met een boek over eh, ik noem maar iets, het oorlogsverleden van uw vader?"
"Nee, wel met een historische roman over een van de vorige bewoners van dit huis, Antoinetty Lambert.
"Nee, wel met een historische roman over een van de vorige bewoners van dit huis, Antoinetty Lambert.
Zij was een jonge, beeldschone dienstbode uit Namur die eigenlijk de grote inspiratiebron was voor Aletta Jacobs maar nooit de erkenning heeft gekregen die zij verdient. Maar het gaat nu over jou. Blijkbaar zit het succes van al die 'multi-talenten' zoals jij ze noemt, je behoorlijk dwars." Ik denk even na voor ik antwoord.
"Tja, ik geloof niet dat het mij stoort, maar het gemak en de snelheid waarmee men tegenwoordig letterlijk in de spotlights gaat staan vind ik nogal, eh, parmantig." Mijn therapeut proeft dit woord, krabbelt iets in haar notitieboekje en zegt: "Parmantig. Ja, mooi woord! Kan ik misschien gebruiken in mijn laatste hoofdstuk. Want die Jacobs was behoorlijk parmantig, wist je dat? En daar heeft die arme Antoinetty nogal mee te dealen gehad. Eh, maar, misschien moet jij ook, net als die anderen, meerdere creatieve bronnen aanboren. Heb je, naast het schrijven nog andere ambities?"
"Nou ja, ik zou bijvoorbeeld, als performance, elke dag gedurende één jaar met zo'n klassieke wegwerpaansteker, een BIC, een ijsklontje te lijf kunnen gaan, daar polaroids van maken om die weer als stop-motion te animeren en deze animatie vervolgens heel groot projecteren op een smeltende gletsjer, als statement. Maar dit ik vind ook wel weer een beetje pront."
Mijn therapeut pakt weer haar vulpen en schrijft. "Pront, hm. Nou dat was die Aletta Jacobs zeker ook. Eigenlijk heeft ze Antoinetty gewoon al die tijd geterroriseerd. Ik kan niet al te veel verklappen, maar in de musicalversie die ik ook aan het schrijven ben, en waar ik zelf ook een rolletje in speel en de decors voor ontwerp, zal die pronte Jacobs behoorlijk van haar voetstuk vallen en onze Antoinetty uiteindelijk gloriëren. Maar ik dwaal af. Ben jij trouwens al op dreef met je kinderboek?"
"U bedoelt 'De Avonturen van Brom de Beer & Mikkel Muis'? Nou, dat gaat lekker, het einde weet ik al".
Zo, na al deze avonturen gaan Brom en Mikkel even een klein middagdutje doen.
Tot de volgende keer!
Tot de volgende keer!
----------------------------------------
© 2020 Martin Mulder
Met dank aan Emilia van Heuven
Comments
Post a Comment