Skip to main content

OP SCHOOLREISJE MET DE OUD-INTERNATIONALS


Deze week weer een verhaal uit de Wondere Wereld van de Televisie. In de jaren tachtig en negentig verzorgde ik regelmatig het camerawerk voor de sportreportages van het fenomeen Sierd de Vos, toen nog in dienst van de TROS. Ik had inmiddels een aantal mooie items met hem gedraaid over Nederlandse voetballers in het buitenland (o.a. Peter Houtman bij Sporting Lissabon en Ton Lokhoff bij Nîmes Olympique), een reportage in Korea over het destijds succesvolle volleybalteam onder coach Arie Selinger (met o.a. Ron Zwerver, Peter Blangé en Bert Goedkoop) en een verslag van de New York Marathon.

 



Voorjaar 1989 kreeg ik weer een telefoontje van Sierd. De “oud-internationals” gingen vriendschappelijke wedstrijden spelen op zo’n beetje alle eilanden van de Nederlandse Antillen. Of ik zin had mee te gaan? “Ben al aan het pakken!” was het antwoord. De oud-internationals was een gelegenheidselftal dat op uitnodiging acte de présence gaf tegen vergoeding van onkosten. Zijnde: vervoer per vliegtuig, huurauto, helikopter, zeil- of motorjacht, verblijf in de betere hotels, maaltijden, zang, dans, entertainment en drank. Met medeneming van partners. Een snoepreisje dus, met een behoorlijk prijskaartje. Maar voor sponsor Heineken een te verwaarlozen kostenpost en bovendien fiscaal aftrekbaar, zeker op de Antillen. Trouwe lezers weten dat ik geen voetbalfanaat ben maar de namen van dit team veroorzaakten zelfs bij mij de nodige opwinding: Johan Neeskens, Johnny Rep, Sjaak Swart, Piet Schrijvers, Rob Rensenbrink, Gerrie Mühren en de gebroeders van de Kerkhof, to name a few.


Willy vd K en Martin M
Het programma was overzichtelijk van opzet. Op elk eiland diende er een partijtje gespeeld te worden tegen een lokaal elftal. Daarvoor en daarna bood het schema voldoende gelegenheid tot snorkelen, bakken in de zon, toeristische uitstapjes en het wegwerken van een schier oneindige hoeveelheid groene flesjes van de sponsor. Wel moesten de coryfeeën overal een uurtje handen schudden en met de lokale bobo’s en gouverneurs op de foto. Aan ons (Sierd de Vos, mijn vaste geluidsman Leszek Gawronski en ondergetekende) de schone taak hier een speciale aflevering van Tros Sport van te brouwen.
De dag na aankomst van het hele circus, toen iedereen met een cocktail bij het zwembad van het Plaza Hotel (nu Van der Valk) in Willemstad hing, hoorden we dat er op het vliegveld Zanderij van Paramaribo een SLM-toestel was neergestort. Onder de 176 slachtoffers een aantal spelers van het Kleurrijk Elftal. Er werd koortsachtig overlegd met Hilversum of wij als filmploeg niet naar Suriname moesten. Ook werd serieus overwogen de hele tournee te cancellen. Maar commerciële belangen, ook die van lokale sponsors (hotels en resorts) wogen zwaarder. Er werden door sommige spelers wat mooie woorden gesproken maar de overheersende gedachte was: the show must go on. De eerste partij werd gespeeld met rouwbanden. Dat de wedstrijden tegen de locals vriendschappelijke potjes waren vonden de heren een misverstand. Er diende gewonnen te worden. Hoewel allemaal rond de veertig werd er, zodra het fluitsignaal klonk, een knop omgegooid. Met name René en Willy van de Kerkhof  gingen er vanaf de allereerste wedstrijd op Curaçao letterlijk en figuurlijk ouderwets met gestrekt been in. En in doelman Piet Schrijvers is ook geen groot diplomaat verloren gegaan. Zelfs bij een 8-0 voorsprong voor de oud-internationals vond hij het niet nodig het lokale elftal een symbolisch puntje te gunnen.

 

De Beer van de Meer

Later, op Bonaire, moest de Beer van de Meer er toch eentje doorlaten. Maar dit werd volgens hem veroorzaakt door slecht zicht, het veld was door de hitte veranderd in een stuivende zandbak.

En op Aruba beschreef dagblad De Amigoe de wedstrijdsfeer inderdaad als allesbehalve amicaal.


Verder was het uiteraard één groot schoolreisje met bijbehorende taferelen en kleedkamerhumor. (Flauwe grappen over de Antilliaanse tegenstanders? Hoe komt u daarbij? Nou ja, behalve deze: "Het enige actieve element op deze eilanden is de wind.") Er was de gebruikelijke blikschade aan een door Avis beschikbaar gestelde vloot jeeps. (Oorzaak Heineken? Laten we het op de eerder genoemde sterke wind houden...)

 

Geluidsman Gawronski bekijkt blikschade

Ik kon het met name goed vinden met Johnny Rep. Hij was een van de weinige spelers die geen partner had meegenomen, tot grote jaloezie van enkele van zijn collega's.

 

 

Na Curaçao en Aruba was Johnny’s geduld met de officiële plichtplegingen op. Tijdens een receptie op het gouvernementshuis van Kralendijk, Bonaire, zei hij na een kleine twintig minuten samenzweerderig tegen mij: "Luister Mulder, over vijf minuten staat er bij de achteruitgang een taxi klaar. Ga je mee naar Sorobon Beach? Daar schijnen alle KLM-stewardessen topless rond te lopen." Dat klopte. En wat ook klopte was dat Rep nog steeds een soort rockster was, de Nederlandse George Best, met bijbehorende aantrekkingskracht op de dames. Het was een gedenkwaardige avond, maar tja, what happens in Sorobon stays in Sorobon...

 

Arme Sjaak Swart. Zijn legendarische vliegangst werd op het laatste gedeelte van de Antillenreis ultiem op de proef gesteld. De volgende halte was namelijk het eilandje Saba. Je kunt het vanaf het naburige Sint Maarten zien liggen. Saba, een dode vulkaan begroeid met tropische vegetatie, heeft een heel klein vliegveldje. Eigenlijk niet meer dan een reep asfalt die op de zijflank van de berg is aangelegd. Deze strook lijkt, als je komt aanvliegen, op de landingsbaan van een vliegdekschip: heel smal en vooral heel kort. Het einde van de landingsbaan is ook meteen het einde van het eiland, dat daar steil naar beneden loopt, de Caribische zee in. Zelfs voor mensen zonder vliegangst een spannende ervaring.

 

 

Maar zover waren wij, en zeker Mr Ajax himself, nog niet. Sjaak was (ik kan en wil 'm niet laten liggen) al bij vertrek vanaf Sint Maarten goed de sjaak. Hoewel een groot internationaal vliegveld, is de startbaan ook daar voor ervaren piloten een uitdaging. In het verlengde ervan doemt een hoge berg op die direct bij het opstijgen een scherpe bocht naar rechts vereist. Het wrak van een Mexicaans vrachtvliegtuig dat de bocht niet op tijd kon maken had men als waarschuwing fijntjes laten liggen. Bij het taxiën kon Willy van der Kerkhof het niet nalaten Sjaak op de verwrongen Dakota te wijzen. Met de SLM-ramp nog vers in het geheugen een typisch staaltje verfijnde voetbalhumor. De landing op Saba, tien minuten later, was inderdaad spectaculair. Met piepende bandjes stopte het kleine toestel amper anderhalve meter voor de afgrond. Swart zag fifty shades of green. De wedstrijd tegen FC Saba, waarbij de gebroeders Van de Kerkhof wederom geen genade kenden, is mij niet erg bijgebleven. Behalve dat ik mij meen te herinneren dat de bal na een enorme poeier van de onlangs overleden Rob Rensenbrink over de rand van het eiland verdween. Een beetje zoals het zwaarbeladen vliegtuigje de volgende dag aan het einde van de startbaan twee meter omlaag zakte voordat het wiebelend van vallen overging in vliegen.

Mijn pogingen om de uiteindelijke TROS-special terug te vinden zijn niet gelukt; op YouTube staat hij niet. En waarschijnlijk is de originele mastertape zoek of gewist. Maar dat is geen cultuurhistorisch drama zoals het uit zuinigheid verwijderen van alle Ja zuster, nee zuster-afleveringen. Jullie moeten het dus doen met wat vage kiekjes en deze onbetrouwbare herinneringen van uw correspondent…

---------------------------------------------------

 

©  2020 Martin Mulder

Eindredactie Emilia van Heuven
Met dank aan Leszek Gawronski

 




Comments

Post a Comment

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...