Skip to main content

MISSION TAILWIND

Toen ik begin jaren zeventig werd opgeroepen voor de dienstplicht probeerde ik daar als pacifist (lees: stonede hippie) uiteraard onderuit te komen.

Stonede hippie


Officieel dienstweigeraar worden was echter een tamelijk ingewikkeld juridisch traject en zo overtuigd pacifistisch was ik nu ook weer niet. Omdat ik lichamelijke noch verborgen gebreken vertoonde, zoals bleek bij de keuring, werd ik cum laude tot dipli (Dienstplichtig Soldaat) gebombardeerd. Mijn enige ontsnappingsmogelijkheid was nu via een herkeuring de mythische kwalificatie "S5" zien te bemachtigen. Dit was een indicatie van psychische ongeschiktheid voor het leger. Enige nadeel: je zou "nooit meer een baan bij de overheid krijgen". Jammer dan. Een paar weken later lukte het mij inderdaad om stuiterend van de Pervetine-pillen (ook wel
speed genaamd) met een totaal warrig verhaal het felbegeerde S5-stempeltje te bemachtigen. Blijkbaar is mijn dossier in een lade verdwenen, want ik heb later regelmatig met ons huidige staatshoofd in kleine barretjes van twijfelachtige reputatie gestaan. (Waar ik helaas verder niet over mag verhalen.) Het is achteraf gezien toch een beetje jammer dat ik een aantal handige basisvaardigheden zoals het opblazen van brugpijlers à la The Bridge on the River Kwai en het saboteren van vijandelijke voertuigen niet helemaal onder de knie heb. Wel heb ik in de loop der tijd toch enige militaire logistieke intuïtie ontwikkeld, zeker op het gebied van de cavalerie. 

Bovenstaande is slechts een inleiding voor het volgende: omdat geplande uitstapjes naar onder andere Sevilla, Marseille en Palermo geen doorgang konden vinden, besloot ik een fietstocht te maken in eigen land. Het duurde echter even voordat de atmosferische omstandigheden dit toelieten. Ik heb de afgelopen weken begrip gekregen voor de dilemma's van opperbevelhebbers die staan te popelen een eiland of kuststrook te bestormen maar gehinderd worden door wind en regen. Nu was mijn Mission Tailwind natuurlijk volkomen futiel vergeleken met wat er bijvoorbeeld op het spel stond bij Operation Overlord, de invasie van Normandië. Maar qua voorbereiding nam ik mijn tocht uiterst serieus. Mijn PSU (Persoonlijke Standaard Uitrusting) stond al een tijdje op scherp. In mijn kleine handige rotota (Ronnie Tober Tasje) zaten diverse vulko's (Gevulde Koeken) en een lupa (Lunchpakket) voor de eerste etappe. 

Eindelijk, na twee weken wind uit de verkeerde hoek waren de voorspellingen gunstig en vertrok ik om 07:00 GMT vanaf HQ (Head Quarters). Het aanvalsplan was als volgt: zuidoostwaarts via Utrecht, dan de grote rivieren over en bij Den Bosch het eerste basiskamp opslaan. Uiteindelijk doel was via de zuidoever van de Maas in Maastricht te geraken, diep in vijandelijk gebied. Eerste hindernis: de Lek bij Nieuwegein. Daar zwaait het Vrolijke Veermannetje de scepter. Mondkapjes waren niet nodig op zijn landingsvaartuig. "Het waait wel over, mensen! Welkom aan boord. Gooi maar wat kleingeld in dat kistje daar..."


In een poging Amsterdams lollig te zijn riep ik, wijzend naar de flatscreen die aan zijn stuurhut hing: "En skipper, wat wordt de hoofdfilm?"

"Op de heenweg Titanic, op de terugweg The Loveboat."

Aan de overkant bestudeerde ik kort de kako (Kaart en Kompas). Pal zuidoost, wind in de rug, op naar het altijd gezellige Heukelem aan het riviertje de Linge. Ik haalde een kaakje uit mijn reboza (Rechterbovenzak) en fietste van het ene Paulus Potter-schilderij naar het andere.



Dan, tegenslag. De regionale verschillen, zelfs op korte afstand, kunnen groot zijn. Het veerpontje van Heukelem was wegens het virus uit de vaart genomen. Mijn oorspronkelijke schema dreigde in het gedrang te komen. Ik had net in de Volkskrant (25/07/20) het bloedstollende verslag gelezen van journalist Jeroen van Bergeijk die, hoogst origineel, wekelijks over zijn fietstocht naar Rome mag verhalen. Met name door onderstaande passage zat de schrik er bij mij goed in:

"Het is 30 graden, mijn water is op en ik verga van de dorst. Met mijn bidon in de hand bel ik aan bij een huis. Twee honden slaan aan, niemand doet open..."
Ook mijn eigen bevo (Bevoorrading) werd nu penibel. De laro van de cadi (Landrover van de Cantine Dienst) was namelijk in geen velden of wegen te zien. Ik moest nu terug via dezelfde weg, psychologisch altijd fnuikend.

Dan via de altijd gevaarlijke Leerdammerbrug naar de overkant. Dit ging zonder noemenswaardige incidenten. Op naar de volgende woeste stroom, de Waal. Op de pont van Herwijnen was er sprake van een zeer streng regime. De mondkapjes werden nauwkeurig geïnspecteerd op deugdelijkheid. Een argeloze e-bikebejaarde moest mee naar de gamacoka. (Gasmaskercontrolekamer) en werd verplicht een nieuw mondkapje aan te schaffen. De kosten waren te overzien (1 euro) maar ze werd wel tijdens de hele overtocht door de overige passagiers genegeerd. Na 95 keiharde kilometers zag ik in de verte eindelijk de contouren van de

Sint-Janskathedraal van Den Bosch alwaar ik sharp om GMT borreltijd arriveerde.

In het hamil (Handboek Militair) werd hotel The Stamp aanbevolen, niet in de laatste plaats omdat het gevestigd is boven Kees Kroket.


The Stamp is überkitsch en de legende wil dat een van de grootste veldheren aller tijden hier gebivakkeerd heeft.

En in de binnenstad van Den Bosch, het is maar dat u het weet, is wegens het virus de anderhalvedecimeter samenleving van kracht.


De volgende dag, na uitstekend te hebben geslapen, verder oostwaarts langs de Maas. In een melige bui maakte ik onderstaande foto en stond op het punt die naar mijn geliefde te versturen met het onderschrift:

Er was eens een fietser te Gewande
die kampte voortdurend met lekke bande

maar om het noodlot niet te tarten zag ik daar toch maar vanaf. Ter hoogte van Grave, bij de oudere luisteraartjes befaamd van de waterstanden ("Grave beneden de sluis... plus 3") passeerde ik een brug waarvan ik dacht: onder welke pijlers zou je hier de springladingen het beste kunnen plaatsen?

 

 (Ooit heb ik gefilmd bij de "echte" Bridge on the river Kwai, maar dat bleek een uiterst sneue tourist trap te zijn.)

 



Het hamil gaf geen uitsluitsel inzake plaatsing explosieven. Volgende keer neem ik toch de SAS Survival Guide mee. Deze populaire uitgave is de bijbel voor elke Rambo-wannabee.

Gebaseerd op de originele manual van de Engelse geheime dienst staat die vol met handige weetjes, die ook nog eens met typisch Brits understatement worden verteld. Ik herinner mij, onder het hoofdstukje "vogels", deze tip: all birds are edible, but some taste better than others...

Het was inmiddels 16:50 GMT, tijd voor een B&B (Borrel & Bivak). Het werd Cuyck, door de localo's, die accent verwarren met spraakgebrek, uiteraard "Kuuk" genoemd. Dag 3 van mijn epische tocht leek voorspoedig te verlopen totdat ik ter hoogte van Gennep mijn eerste echte schermutseling meemaakte. Ondanks het feit dat de Nijmeegse Vierdaagse officieel was afgelast waren er toch complete bataljons hardcore wandelaars onderweg. Hoewel ik netjes op het fietspad reed, meenden zij toch dat zij historisch gezien recht hadden op zo'n beetje de hele Maasdijk inclusief uiterwaarden. Ik moest uiterst behoedzaam meanderen tussen licht autistische, in fluorescerende windjacks gehulde vrouwen op enorme wandelschoenen die mij voortdurend uitscholden. Ter hoogte van Venlo draaide de wind en begon het te stortregenen. Voor mij was het EO (Einde Oefening) en ik besloot de laatste 75 kilometer mee te liften met de cavalerie. 

 

Noem mij een watje, prima, maar dan wel een droog watje. En, vrij naar Drs. P:

   Dat is pech.
   Ja, Maastricht is een mooie stad
   maar net iets te ver weg.

-------------------------------------------------------------------------------------------------
PS: Alle militaire afkortingen in deze column heb ik gevonden op:

 https://defensieweb.fandom.com/wiki/Miltair_Jargon

 
Daar staan er nog veel meer, waaronder een paar weinig subtiele waar het MinDef zich ongetwijfeld van zal distantiëren...


© 2020 Martin Mulder
Eindredactie Emilia van Heuven

 

Comments

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...