Skip to main content

UNA GIORNATA PARTICOLARE




"È morte Romano!" Dit verbijsterende nieuws kreeg ik te horen toen ik, midden in het zonnige en schilderachtige Modena, met mijn geliefde aan een heerlijke lunch zat. Onheilsberichten hebben de nare gewoonte altijd toe te slaan als het leven er juist bellissima uitziet.

Ik had Romano nog twee dagen daarvoor gebeld en afgesproken dat we, traditiegetrouw, een dagje bij hem gingen logeren in Bologna voordat we naar Amsterdam zouden terugvliegen. Verschrikt stond ik op van het terrastafeltje, daarbij een glas witte wijn omstotend, en vluchtte met mijn telefoon het steegje in naast de trattoria. Daar kreeg ik van Margaritha, een vriendin van Romano, de details te horen. Deze waren morbide simpel in hun eenvoud: attacco di cuore massiccio. Voor alle zekerheid vertaalde ze het voor mij in het Engels: massive heart attack. 

Het eerste wat ik dacht was: einde van een tijdperk.

Romano Torri was il mio fratellino italiano, mijn Italiaanse broertje. Als iemand mij heeft ingewijd in het echte Italiaanse leven, dan was hij het wel. Ik leerde hem ruim dertig jaar geleden kennen via mijn oud-collega Steve, wiens ouders een huisje hadden in Lizzano in Belvedere, zo'n zestig kilometer ten zuiden van Bologna. Romano was geboren in dit bergdorpje, vervolgens afgestudeerd aan de befaamde technische universiteit van Bologna en werkte daar inmiddels als zelfstandig ingenieur. Hoewel ik Italië daarvoor al meerdere keren had bezocht werd Romano mijn docent "Italiaans voor beginners". En dan heb ik het niet alleen over die prachtige taal, maar meer over de gewoontes, de ongeschreven wetten, de valkuilen van het ingewikkelde sociale verkeer en wat wel en niet gepast is te zeggen aan tafel (non parlare della guerra, tenzij de Italianen er zelf over beginnen). Hij was tevens een bevlogen ambassadeur van het goede Italiaanse leven. Bij het eerste college maakte hij mij al fijntjes duidelijk dat de platgeslagen term la dolce vita alleen door toeristen en buitenlandse lifestyle magazines gebruikt wordt. Waarvan akte. Hij leerde mij verder alles over gastvrijheid en hoe je, als olandese frugale (zuinige Hollander), voet bij stuk moet houden bij de kassa als je eindelijk zelf een keertje het gelag wil betalen. Een omslachtig ritueel dat de nodige oefening vereist.

Romano en Michele, van restaurant Palladio, leggen het nog een keer uit.

Ruim vijftien jaar geleden besloot ik mijn steenkolenitaliaans naar een iets hoger plan te brengen. Ik kon mij inmiddels met zinnetjes gejat uit films aardig door wat beleefdheden en triviaal gebabbel over het weer heen bluffen. "Romano, oggi è una bellissima giornata! La vita è bella" en "C'era una volta in Bologna". Dat werk. Maar bij een pittig gesprek over politiek gevoelige onderwerpen (en die liggen in Italië voor het oprapen) zat ik al snel met mijn bek vol Hollandse tanden. Tijd dus voor een echte cursus. Wat lag er meer voor de hand dan die te volgen in de prachtige stad Bologna, waar Romano immers woonde? Het idee was simpel: ik zou het nuttige (het leren van Italiaans) combineren met het zeer aangename (genieten van de gastvrijheid van il mio fratello Italiano.) Ik had mij opgegeven bij een gerenommeerde school, midden in het oude centrum, vlak onder de due torri, de twee gezichtsbepalende torens van Bologna. 


Dat torri ook de achternaam was van Romano was natuurlijk een goed voorteken. Ik kon bij deze veertiendaagse cursus kiezen tussen drie uur les in de ochtend of drie uur les in de middag. Bij het aankruisen op het digitale formulier koos ik in een moment van onoplettendheid voor de ochtendlessen, waarom weet ik niet meer. Misschien omdat ik dacht hierdoor 's middag alle tijd te hebben voor een beetje lanterfanten in de stad. De consequentie was echter dat ik veertien ochtenden om half acht moest opstaan. Niet mijn favoriete tijdstip. Grootste struikelblok was natuurlijk het gegeven dat Romano 's avonds vol op het orgel ging om mij te verwennen. De bijnaam van Bologna is niet alleen la rossa, als verwijzing naar de kleur van de huizen én het politieke spectrum, maar ook la grassa, de vette. Dit slaat op typische lokale gerechten zoals tagliatelle en tortellini en brodo. (Bestel in Bologna nooit een spaghetti bolognese, tenzij je de domme toerist wil uithangen.) Deze machtige maaltijden werden weggespoeld met grote hoeveelheden sangiovese. 


Waar je vreemd genoeg veel dorst van krijgt, die wij na middernacht gebroederlijk lesten met heerlijke koude Birra Moretti van de tap. De eerste drie dagen kon ik redelijk meekomen met dit moordende schema, maar bij dag vier ging het opstaan al lastiger. Romano had hier overigens nooit moeite mee. In de ouderwetse schoolbanken aan de Via Castiglione worstelde ik vervolgens met kloppend hoofd met de altijd lastige trapassato prossimo. Zelfs het Nederlandse begrip hiervoor, de voltooid verleden tijd, kon ik mij slechts met moeite herinneren. 




Op dag vijf stond Romano weer vrolijk naast mijn bed met een straffe caffè doppio. Met zijn mooie diepe stem riep-ie: "Martinoooo! Tempo di alzarsi!" Maar ik dacht alleen: Ik heb geen zin. Om op te staan. Vanonder mijn lakentje riep ik: "Romanoooo! No! Non voglio più andare a scuola!"  (Ik wil niet meer naar school!) Maar als vader wist hij wel raad met dit soort kinderachtig gedrag: "Non lamentarti, devi andare a scuola!" (Geen gezeur, je moet naar school). Even later zat ik dan toch weer in zijn kleine keukentje aan de ontbijttafel waar hij de met Nutella gevulde brioches en een keur aan fijne vleeswaren al had klaargezet. Romano had ooit geïnvesteerd in een kolossale professionele snijmachine. Een echte Van Berkel. Van origine een Nederlands merk dat nu in Italië wordt gemaakt en tot de Ferrari's onder de snijmachines wordt gerekend. Het monster nam het halve aanrecht in beslag. Met trillende handjes om mijn koffiekopje hoorde ik het hoge, gierende geluid van het afsnijden van mooie dunne plakjes mortadella. Goed tegen die venijnige Italiaanse kater. Uiteindelijk zou ik toch voortijdig de handdoek in de ring gooien. De laatste vijf dagen van de cursus liet ik aan mij voorbijgaan. Romano had wel bedongen dat ik dan 's middags op zijn kantoor een paar uur zelfstudie zou doen. 

Student Mulder doet mokkend zijn huiswerk

Het plan was tevens dat ik met de andere ingenieurs en architecten Italiaans zou praten. Maar ook hierin was ik nogal gemakzuchtig. De collega's van Romano wilden namelijk graag hun Engels op mij oefenen. En het zou natuurlijk ongepast zijn dit niet te honoreren.

Autorijden in Italië is een verwarrende ervaring. Het "Dr Jekyll & Mr Hyde" dna zit diep in de Italianen verankerd. Zodra ze achter het stuur plaatsnemen vindt er een opvallende transformatie plaats. Er verschijnen opeens hoorntjes op hun hoofd en de van nature vriendelijke en vrolijke Italianen veranderen in bloeddorstige weggebruikers die met het schuim op de lippen levensgroot in je achteruitkijkspiegel opdoemen. Inhalen in onoverzichtelijke haarspeldbochten is de normaalste zaak van de wereld. Niet zelden gebeurt dit door vrachtwagencombinaties die de verloren drie minuten bij het beklimmen van een berg weer goed willen maken bij de afdaling. Romano reed bijna elk weekend naar zijn geboortedorp om Maria, zijn moeder, te bezoeken. Talloze keren vergezelde ik hem als passagier op dit traject dat via een kronkelige bergweg liep. Een van de eerste Italiaanse begrippen die ik leerde was: "Non preoccuparti!" (Maak je geen zorgen!) Meestal gevolgd door: "Posso sognare questo percorso." (Ik kan deze weg dromen.) Onderweg werd er door Romano continu gerookt (na veel gerommel in het dashboardkastje en gezoek op de vloer naar een aansteker) en uiteraard veel getelefoneerd. Tijdens gesprekken met klanten werden soms bouwtekeningen geraadpleegd en tabellen bekeken. Ik had al na een paar bloedstollende ritten besloten mij maar over te geven aan deze Efteling-attractie. Que sera, sera. (Ja, ik weet dat dit eigenlijk een Spaanse uitdrukking is, maar het liedje bleef tijdens deze ritten hardnekkig door mijn hoofd spelen). Eenmaal veilig aangekomen in het dorp had ik dan altijd, ongeacht het tijdstip van de dag, een goed excuus om in de plaatselijke bar een flinke bicchiere wijn achterover te slaan. 

Bar Cock's in Lizzano in Belvedere

Romano had handen als kolenschoppen. Toen ik voor het eerst zijn moeder 's ochtends vroeg aan de keukentafel de tortellini voor il pranzo, de lunch, zag vouwen, constateerde ik dat mijn vriend zijn enorme knuisten van Maria had geërfd. 


Zij is de archetypische Italiaanse mamma, altijd bezig met voorbereidingen voor diverse maaltijden. En voortdurend haar zoon de les lezend. Diverse keren was ik getuige van donderpreken die hij gelaten over zich heen liet komen. Er werd ook regelmatig ouderwets een oorvijg uitgedeeld als hij met een sigaret in zijn mond binnenkwam. "Smettere di fumare!" Pets! "Prendi esempio a Martin!" Daarbij keek zij vaak smekend naar mij. Maar Maria wist best dat zelfs ik, presidente della brigata antifumo (voorzitter van de anti-rook brigade), machteloos stond tegenover deze klassieke kettingroker. Zijn moeder kon tevens niet nalaten hem in te peperen dat-ie troppo grasso, veel te dik was. Dat klopte, maar ondanks de zorgen over het overgewicht van haar zoon bleef zij met ijzeren discipline zelfgebakken taarten, zware brodo di carne (vleesbouillon) en dikke plakken lokale salame uitserveren. En dan moest de lunch nog komen. 


Dat mijn Italiaanse broertje met zijn ongezonde levensstijl enorme risico's heeft genomen moge duidelijk zijn. De factor stress heeft echter ook bijgedragen aan zijn plotselinge attacco. Zijn huwelijk met de veel jongere dorpsgenote V. begon al vlak na de geboorte van hun dochtertje Serena te piepen en te kraken. 

Wat volgde was een niet zo fraaie, jarenlange juridische strijd over de voogdij van het meisje. Dit conflict veroorzaakte in zijn geboortedorp een ongemakkelijke kloof tussen families en vrienden. Wij, olandesi, moesten de laatste jaren steeds behendiger laveren tussen alle gevoeligheden. Zelfs de twee barretjes die Lizzano rijk is, werden nu basiskampen van de beide facties. Nee, la dolce vita was zo zoet niet meer...

Romano's begrafenis was, zoals verwacht, een loodzware katholieke gebeurtenis maar had gelukkig toch nog de nodige Fellini-elementen. De priester-van-dienst, Don Giacomo, struikelde na de mis bij het verlaten van de kerk over zijn lange jurk. En bij de rouwstoet onderweg naar het kerkhof had zich ook de dorpsgek Cesare gevoegd die mij, toen hij mij zag, luidruchtig begon uit te schelden voor "Bastardo, bastardo!", daarbij nijdig zwaaiend met een stok. Vreemd genoeg gaf juist dit mij het gevoel dat ik er na al die jaren nu écht bij hoorde.  Tijdens deze processie, waarbij de priester door een piepende en krakende megafoon zijn gebeden prevelde, zag ik de plakkaten hangen waarop het overlijden van Romano Torri stond aangekondigd. 

Mijn geliefde en ik besloten bij de ingang van het kerkhof dat dit een mooi moment was om uit de stoet te stappen en naar het vliegveld te gaan. Met mijn laatste droge zakdoekje zwaaide ik Romano uit.

Addio fratellino! Non ti dimenticherò mai.
Ik zal je nooit vergeten...


© 2021  Martin Mulder

Eindredactie Emilia van Heuven

 

Comments

  1. 1xBet Korean Sistem de Bonanza, KOR - Legalbet
    1xbet Korean Sistem de Bonanza, KOR is a casino game played online 1xbet kz with a live betting platform. It has been made available by the provider YSK Gaming.

    ReplyDelete

Post a Comment

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...