De connaisseur in mij haalde zijn neus op voor de standaard Rode Libanon ('Dat is voor Duitse toeristen') en rookte bij voorkeur jointjes met Schimmel-Afghaan. Deze pikdonkere brokkelige substantie met inderdaad sporen van schimmeldraden werd toen beschouwd als de zwarte truffel van het hashmenu. Moeilijk verkrijgbaar en daardoor zeer exclusief. Gelukkig was ik bevriend met een van de huisdealers van Paradiso die, zoals dat nu eenmaal gaat, het beste spul voor zichzelf en zijn vrienden bewaarde. Je werd er inderdaad "apestoned" van. Achteraf bezien een prachtige en treffende beschrijving.
De roes werd uiteraard versterkt door de wetenschap dat deze stuff relatief kostbaar was. (Zoals ik mijzelf, vele jaren later, ook verbeeld dat de duurdere wijnen in restaurants beter smaken dan de huiswijn.) Ik had vernomen dat het effect van opium leek op dat van Schimmel-Afghaan maar dan veel intenser. Het "schuiven" van opium en het hele romantische ritueel dat daarbij hoort kende ik alleen uit strips, films en de literatuur. Louis Couperus was niet onbekend met het gebruik (hij was geen snuiver maar een schuiver) en door mij bewonderde schrijvers als Jack Kerouac en William Burroughs waren ook met deze drug vertrouwd.
Bij een andere dopehead thuis heb ik mijn eerste en tevens laatste pijpje "O" gerookt. (Je weet dat je met een echte verslaafde te maken hebt als dope teruggebracht wordt tot een zeer korte codenaam.) Ik wist inmiddels dat je bij het roken van "O" languit op een sofa moet liggen. Dat bleek inderdaad heel handig want binnen no time was ik tot niets meer in staat. Behalve met een gelukzalige grijns op m'n gezicht mij zeer loom voelen.
![]() |
De Niro in "Once upon a time in America" |
Het is bij dat ene pijpje gebleven. Je ne regrette rien en het eerder genoemde verslavingsmonster heeft nooit vat op mij weten te krijgen. Ik ben die periode ongeschonden doorgekomen en al decennialang vrij van alle drugs. (Mijn regelmatige bezoek aan de Gall & Gall laat ik gemakshalve even buiten beschouwing.) Maar terug naar de kern: het gaat in deze column over de licht verdovende werking van de drug "N" (Nostalgie). Languit liggend op mijn chaise longue, met de laptop op schoot, schuif ik er regelmatig lustig op los.
Ik bekijk dan Facebookgroepen als "Golden Age of Travel" en "Geschiedenis van de Wereld" en geraak daarbij in een weldadige sentimental mood. Hieronder een paar voorbeelden. Ik begin dicht bij huis, op de site "Amsterdams Verleden". Om maar in Chinese sferen te blijven: van deze geweldige foto uit de jaren vijftig uit de Binnen Bantammerstraat, ons eigen Chinatown, word ik melancholiek vrolijk.
Ook verslavend: foto's van zo'n vijftig jaar geleden van mijn stad. Nu het openbare leven na de pandemie weer ouderwets op gang komt, begint het gemiauw over de drukte weer aan te zwellen. Ik verwijs dan ook graag, met een nauwelijks onderdrukte grijns, naar deze foto uit begin jaren zeventig.
Nog een Amsterdamse klassieker: "Auto in de majem"
Op een andere mooie site, "Golden Age of Travel", beland ik in bijna hallucinerende vervoering van afbeeldingen van The Yankee Clipper, de befaamde vliegboot. In een korte periode, globaal van 1932 tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, was dit de ultieme manier van reizen van de happy few.
Het moet een onvergetelijke ervaring zijn geweest om, gezeten in de lounge van dit iconische vliegtuig, met een Dry Martini in je hand te landen op de baai van Rio de Janeiro of voor de kust van Maui.
Man op het terras van het befaamde Parijse Café de Flore leest krant, zijn poedel vindt het reuze ongezellig.
En hieronder een beroemde foto in de categorie "Het leven is leren omgaan met teleurstellingen."
Ook het doorbladeren van oude tijdschriften kan een aangename, benevelde gemoedstoestand veroorzaken. Onlangs werd ik weer herinnerd aan het ijzersterke excuus: 'Ik lees de Story alleen bij de kapper.' Het was in dit geval niet een roddelblad maar het succesvolle vehikel van powerwoman Linda. Ik begon aandachtig te bladeren, want als metroman vraag ik mij natuurlijk voortdurend af: Was will das Weib? Na een paar pagina's dacht ik: huh? In wat voor tijdmachine ben ik nu beland? De layout zag er hysterisch hip uit, met veel grote zwarte letters. Alles nogal in your (type)face. Het bleek een nummer te zijn uit het jaar 2004. In amper achttien jaar was deze ooit zo vooruitstrevende vormgeving alweer gedateerd en al bijna onderwerp voor het programma Andere Tijden. Net zoals deze advertentie uit Life Magazine uit 1969 of de pikanterieën uit het "olala"-mannenblad De Lach.
Lamskoteletjes met macaroni. Thans alleen nog verkrijgbaar in Poolse truckercafés.
Even gaan rondkijken waar vandaag de dag nog een mooie kit is te vinden. Als het echt moet is die er vast wel.
ReplyDelete