Ruim een half jaar geleden kregen mijn geliefde en ik een berichtje van onze goede vriend Paul. Of wij zin hadden hem en zijn knappe vriend Frank, Zahnarzt aus Hamburg, te vergezellen naar een uitvoering van een Wagner-opera in het befaamde Festspielhaus in Bayreuth? We keken elkaar even kort aan en riepen in koor: “NU!” Onze code voor Niets Uitstellen! We gebruiken dit mantra de laatste tijd steeds vaker. Het heeft alles te maken met het feit dat we inmiddels met steeds grotere regelmaat afscheid moeten nemen van dierbare vrienden.
Er zijn talloze benamingen voor de Dood: Magere Hein, De Man met de Zeis of, in het Engels, het heerlijk onheilspellende The Grim Reaper. Zelf gebruik ik de door Harry Vermeegen bedachte, iets luchtigere maar zeer beeldende titel De Ober met het Laatste Bonnetje. Het is die schimmige figuur in een morsig, donker en versleten colbertje met scheef hangende, zwarte stropdas die vroeg of laat, juist als je het niet verwacht, plotseling op je schouder tikt.
-We gaan sluiten. Ik wil even alles afrekenen. En daarmee bedoel ik (korte, onheilspellende pauze) ALLES!
-Ja… maar… nú al?
-Ja NU! En geen gezeur van “Ik wist het niet…”
De afgelopen maanden heeft de Kelner der Kelners wel héél voortvarend zijn ronde gedaan in onze herberg. (RIP Eric, Danny, Dorie, Frans en Onno, om er maar een paar te noemen.) Mijn geliefde en ik hopen dat hij ons tafeltje nog even links laat liggen en kijken altijd schijnbaar onverschillig de andere kant op als hij rondscharrelt, maar je weet maar nooit. We maken ons geen illusies. Ook wij zitten, qua leeftijd, statistisch gezien in het risicogebied dat langzaam maar zeker van groen naar licht oranje is verschoven. Nog niet direct Code Rood maar dat is slechts een kwestie van tijd. “NU!” is ons alibi geworden om af en toe schaamteloos de joker in te zetten.
Ik haat het vreselijke begrip “bucketlist”. Want wat is er mis met het heerlijk Hollands kneuterige “verlanglijstje”? En Bayreuth stond daar inderdaad bij ons al een tijdje hoog op. Paul had vier mooie plaatsen weten te bemachtigen voor Lohengrin, een voor Wagner-begrippen tamelijk toegankelijke opera. Mijn geliefde en ik begonnen allebei aan onze spaarvarkentjes te schudden. Aan de operakaartjes hing al een flink prijskaartje en we moesten ook nog in Bayreuth zien te geraken. Dit stadje ligt zo’n 230 kilometer ten noorden van München. Omdat reizen per trein in Duitsland steeds meer eine Herausforderung is geworden besloten we, nauwelijks gehinderd door enige vliegschaamte, in ieder geval maar eerst naar München te vliegen. Daar zouden we twee dagen verblijven omdat volgens reisleider Paul er een paar musea moesten worden bezocht. De hoofdstad van Beieren is een welvarende en nogal tuttige, conservatieve en ínburgerlijke stad. Ondanks dat (of misschien juist daardoor) zijn met name de musea voor moderne kunst, zowel qua formaat als collectie, indrukwekkend. Omdat je met goed fatsoen niet om het dubieuze oorlogsverleden van München heen kan, stond ook het fraai vormgeven NS-Dokumentationszentrum op het programma dat, als statement, pal naast het voormalige hoofdkwartier van de Nazipartij is gesitueerd.
Na dit verplichte maar nogal zware nummer was het tijd voor iets luchtigers. We namen een klein voorschot op het roemruchte Oktoberfest. Op het Petersplatz liepen obers in lederhosen en rondborstige dames in dirndl zich al warm. Tijdens deze generale repetitie voor het wereldberoemde zuipfestijn kwam ik tot de conclusie: nicht mein Ding, hoeft niet op het verlanglijstje. Zahnartz Frank voelde zich hier wel op zijn gemak. Hij hief met een grote grijns op z’n gezicht routineus zijn enorme bierpul. Een handeling waarbij zijn, door het trekken van vele kiezen, goed ontwikkelde rechterbiceps goed uitkwam.
Mijn geliefde knabbelde ondertussen aan een megapretzel en begon, tot mijn verbijstering, aan een spierwitte Wurst waarvan ik dacht dat-ie eerst nog in de frituur moest.
Het viel mij verder op dat er in München zeer royaal met das Ausrufezeichen, het uitroepteken, wordt gestrooid. Weliswaar in combinatie met “bitte” maar het ziet er nogal, eh, Duits uit. Nicht hinauslehnen! Bitte Tür schließen! Bedienter Bereich! Bitte drücken!
De volgende dag met de trein naar het pittoreske plaatsje Bayreuth, epicentrum van Wagnerland. Ons hotel Rheingold was wederom van een adembenemende truttigheid. Maar de display van klokken boven de liften (waar vind je dit soort James Bond-achtige decors nog?) maakte een hoop goed.
Boven Richard Wagner hangt altijd een duister wolkje. Want mogen wij zijn muziek wel waarderen in de wetenschap dat Hitler en zijn entourage grote Liebhabers waren van zijn werken? Deze heikele discussie ga ik hier even uit de weg. Het volstaat te constateren dat befaamde artiesten en kunstenaars ook enorme klootzakken kunnen zijn. Michael Jackson is hiervan een goed voorbeeld. En Pablo Picasso zou vanwege zijn ronduit vrouwvijandige gedrag in het huidige tijdsgewricht waarschijnlijk gecanceld worden. (Muziektip: luister na het lezen van deze column even naar het nummer Pablo Picasso van John Cale met daarin de constatering: ‘Pablo Picasso was never called an asshole’.)
In Bayreuth hadden ze dit jaar het Wagner-dilemma op geraffineerde wijze onschadelijk gemaakt. De regie van Lohengrin werd verzorgd door Yuval Sharon (Gay & Jewish), het spectaculaire decor was ontworpen door de überhippe kunstenaar Neo Rauch. We konden dus zonder politiek correcte gewetensbezwaren de muziek over ons heen laten komen. En die was prachtig, de setting indrukwekkend. In de eerste pauze stortten wij en de lokale chic zich collectief op de champagne. En natuurlijk de Bratwurst.
Nog even terug naar helaas te vroeg overleden vrienden: dit was weer zo’n gebeurtenis waarbij ik verzuchtte: “Verdomme Gert-Jan, waar ben je nu we je nodig hebben?” Want het decor en de figuratie van deze locatie had een hoog Glamourland-gehalte. Ik heb een aantal jaren de eer en het genoegen gehad het camerawerk te verzorgen bij dit iconische programma. Gert-Jan Dröge is al achttien jaar geleden overleden maar in gedachten zag ik hem hier tijdens de eerste Bratwurst & Champagne-pauze weer recht op zijn doel aflopen: een deftige dame in een nogal uitbundige outfit.
-Entschuldigen Sie die Störung, aber was für ein wunderschönes Kleid tragen Sie? Wurde es vielleicht von einem berühmten deutschen Couturier entworfen? Oder haben Sie es selbst zusammengebaut?
Bij het weer plaatsnemen op de opvallend Spartaanse klapstoelen in het theater waren we getuige van een ander voorbeeld van het nogal strenge Duitse protocol. Iedereen blijft netjes rechtop staan tot de héle rij is opgevuld en gaat dán pas zitten. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Concertgebouw. Daar staat men altijd licht zuchtend op als je vriendelijk vraagt: “Sorry, mag ik er even langs?” Na ruim drieënhalf uur bombastisch spektakel (onderbroken door nóg een Bratwurst-intermezzo) kregen zangers, dirigent en orkest terecht een ovationeel applaus. Gelukkig sprong men niet meteen voor een staande ovatie overeind zoals in Nederland te doen gebruikelijk maar toen men eenmaal stond, stonden we héél lang.
De glazen champagne begonnen hun tol te eisen. Met moeite kon ik mij bedwingen aan mijn buurman te vragen: “Entschuldigen Sie, kann ich kurz vorbeigehen? Ich muß wirklich, eh, sehr notwendig…”
Na een ingewikkelde treinreis met de nodige hindernissen (Deutsche Gründlichkeit? Das war einmal!) arriveerden we op het vliegveld van München. Alwaar wij in de lounge, met ein letztes Glas im Stehen, concludeerden:
Es war wirklich ein sehr angenehmer Nachmittag. Uitroepteken.
© 2025 Martin Mulder
Met dank aan Emilia van Heuven
Comments
Post a Comment