Het ochtendritueel is begonnen. Met een mok koffie in de hand neem ik plaats
op de bank aan het raam dat uitzicht geeft op een brede weg. Hoewel ik in
Oud-Zuid woon, ga ik nu als een echte Jordanees uit het raam zitten
koekeloeren. De weg waar ik op uitkijk is druk, vierbaans en belangrijk voor
het woon/werk verkeer. Typisch zo’n doorgaande route die door planologen bijna
liefkozend “een belangrijke verkeersader” wordt genoemd. Sommige busbedrijven
en verhuurders van bouwkranen maken dankbaar gebruik van deze asfaltplak om
even kort te parkeren. Mag natuurlijk niet, maar ja, dit is de Republiek
Amsterdam en daar gelden nu eenmaal andere, meestal ongeschreven, wetten.
Door de recente verbouwwoede in de stad doen ook containerbedrijven prima zaken. Zo goed als nieuwe keukens en badkamers moeten immers worden gesloopt omdat ze volgens de Designpolitie alweer hopeloos verouderd zijn. Mooie Portugese tegeltjes maken plaats voor spuitvloeren en souterrains dienen uitgegraven worden.
Iedereen die wel eens voor het eerst overmoedig de sloophamer heeft gehanteerd zal zich vertwijfeld hebben afgevraagd: “Hoe is het in godsnaam mogelijk dat dit kleine tussenmuurtje twintig zakken puin oplevert?”
En zo worden er dus dagelijks vele containers afgevoerd die tot de rand zijn gevuld met bouwafval. Dit is goed nieuws voor de hardwerkende bouwvakker. En voor mij, want sinds kort is vanuit mijn raam Containerman te bewonderen.
Het is een machtig en fascinerend schouwspel. Zo rond half negen komt Containerman aangereden met zijn contraptie. Het is zo’n truck met grote gele beugels, rammelende kettingen en twee in elkaar geschoven lege bakken. Daarachter wordt een lange dieplader meegezeuld met daarop weer twee volle bakken en drie lege. Containerman zet zijn gele zwaailichtje aan, zet de hele combinatie aan de kant, stapt uit en gaat op de rijweg naast de cabine staan. Ondertussen raast het ochtendverkeer rakelings langs hem heen. Dat kan hem totaal niet schelen. Hij is in gepeins verzonken. Dit duurt ongeveer een minuut.
Bij mij begint de spanning te stijgen. Hoe gaat-ie het deze keer aanpakken?
Ik wacht geduldig af. Plotseling loopt hij naar de dieplader, ontkoppeld deze en springt kordaat in zijn cabine. Wat volgt is een adembenemende choreografie.
Hij wurmt zijn truck piepend en achteruitrijdend tegen het verkeer in naar de andere kant van de dieplader. Als hij maar iets van een gaatje in de stroom auto’s ziet, maakt de truck een halve pirouette, Containerman springt uit zijn cabine, trekt aan wat handels en hevelt de twee gestapelde lege containers van zijn truck en plaatst die bovenop een andere lege bak. De heerlijke “kloink!” van staal op staal kan ik dwars door mijn dubbele ramen goed horen. Er zijn nu drie lege bakken opgestapeld als bierglazen.
Nu scheurt hij met zijn lege truckje weer naar de voorkant van de dieplader alwaar hij volle container nummer 1 optilt. Terwijl deze wiebelend op het hoogste punt hangt, rijdt Containerman tien meter naar voren en knalt, met een mooi industrieel geluid zoals vroeger ook op scheepswerven te horen was, de bak op het asfalt. De ochtendspits is nu op zijn hoogtepunt, maar er volgt toch opnieuw een bloedstollende manoeuvre achteruit.
Ik ben inmiddels het spoor bijster, maar heb alle vertrouwen in Containerman. Hij wisselt nu lege bakken voor volle, schuift en duwt, rangeert, sjort en husselt.
Ik kan niet of nauwelijks schaken. De befaamde Rubik-kubus met die draaiende gekleurde vakjes? Ik begin er niet eens aan. Dus wat zich hier voor mij afspeelt is onbegrijpelijk en mysterieus tegelijk. Containerman heeft ongetwijfeld een vastomlijnd plan, maar wat dat is blijft voor mij in nevelen gehuld.
Er is een befaamd meetkundig vraagstuk met de mooie titel The Traveling Salesman Problem. Welke route moet de handelsreiziger afleggen om zo efficient mogelijk alle steden van zijn rayon te bezoeken? Natuurlijk bestaan er inmiddels algoritmes, apps en routeplanners die de ideale weg kunnen berekenen van personen en goederen, maar Containerman lacht daarom. Hij gaat onverstoorbaar door met zijn ritueel. Dan klautert hij in zijn cabine en scheurt weg richting binnenstad. De rangschikking van de bakken is totaal veranderd.
Ik blijf achter in diepe bewondering.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Door de recente verbouwwoede in de stad doen ook containerbedrijven prima zaken. Zo goed als nieuwe keukens en badkamers moeten immers worden gesloopt omdat ze volgens de Designpolitie alweer hopeloos verouderd zijn. Mooie Portugese tegeltjes maken plaats voor spuitvloeren en souterrains dienen uitgegraven worden.
Iedereen die wel eens voor het eerst overmoedig de sloophamer heeft gehanteerd zal zich vertwijfeld hebben afgevraagd: “Hoe is het in godsnaam mogelijk dat dit kleine tussenmuurtje twintig zakken puin oplevert?”
En zo worden er dus dagelijks vele containers afgevoerd die tot de rand zijn gevuld met bouwafval. Dit is goed nieuws voor de hardwerkende bouwvakker. En voor mij, want sinds kort is vanuit mijn raam Containerman te bewonderen.
Het is een machtig en fascinerend schouwspel. Zo rond half negen komt Containerman aangereden met zijn contraptie. Het is zo’n truck met grote gele beugels, rammelende kettingen en twee in elkaar geschoven lege bakken. Daarachter wordt een lange dieplader meegezeuld met daarop weer twee volle bakken en drie lege. Containerman zet zijn gele zwaailichtje aan, zet de hele combinatie aan de kant, stapt uit en gaat op de rijweg naast de cabine staan. Ondertussen raast het ochtendverkeer rakelings langs hem heen. Dat kan hem totaal niet schelen. Hij is in gepeins verzonken. Dit duurt ongeveer een minuut.
Bij mij begint de spanning te stijgen. Hoe gaat-ie het deze keer aanpakken?
Ik wacht geduldig af. Plotseling loopt hij naar de dieplader, ontkoppeld deze en springt kordaat in zijn cabine. Wat volgt is een adembenemende choreografie.
Hij wurmt zijn truck piepend en achteruitrijdend tegen het verkeer in naar de andere kant van de dieplader. Als hij maar iets van een gaatje in de stroom auto’s ziet, maakt de truck een halve pirouette, Containerman springt uit zijn cabine, trekt aan wat handels en hevelt de twee gestapelde lege containers van zijn truck en plaatst die bovenop een andere lege bak. De heerlijke “kloink!” van staal op staal kan ik dwars door mijn dubbele ramen goed horen. Er zijn nu drie lege bakken opgestapeld als bierglazen.
Nu scheurt hij met zijn lege truckje weer naar de voorkant van de dieplader alwaar hij volle container nummer 1 optilt. Terwijl deze wiebelend op het hoogste punt hangt, rijdt Containerman tien meter naar voren en knalt, met een mooi industrieel geluid zoals vroeger ook op scheepswerven te horen was, de bak op het asfalt. De ochtendspits is nu op zijn hoogtepunt, maar er volgt toch opnieuw een bloedstollende manoeuvre achteruit.
Ik ben inmiddels het spoor bijster, maar heb alle vertrouwen in Containerman. Hij wisselt nu lege bakken voor volle, schuift en duwt, rangeert, sjort en husselt.
Ik kan niet of nauwelijks schaken. De befaamde Rubik-kubus met die draaiende gekleurde vakjes? Ik begin er niet eens aan. Dus wat zich hier voor mij afspeelt is onbegrijpelijk en mysterieus tegelijk. Containerman heeft ongetwijfeld een vastomlijnd plan, maar wat dat is blijft voor mij in nevelen gehuld.
Er is een befaamd meetkundig vraagstuk met de mooie titel The Traveling Salesman Problem. Welke route moet de handelsreiziger afleggen om zo efficient mogelijk alle steden van zijn rayon te bezoeken? Natuurlijk bestaan er inmiddels algoritmes, apps en routeplanners die de ideale weg kunnen berekenen van personen en goederen, maar Containerman lacht daarom. Hij gaat onverstoorbaar door met zijn ritueel. Dan klautert hij in zijn cabine en scheurt weg richting binnenstad. De rangschikking van de bakken is totaal veranderd.
Ik blijf achter in diepe bewondering.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Comments
Post a Comment