Voor de vertrekhal van Schiphol reken ik tandenknarsend af. De constatering
dat dit taxi-ritje van het centrum van Amsterdam naar de luchthaven duurder is
dan mijn ticket naar mijn bestemming Bologna, veroorzaakt een licht knetterende
kortsluiting in mijn hoofd. Moet ik nu ook nog een fooi geven? Bij het voldoen
van het exacte bedrag, vierenvijftig keiharde euro’s, veins ik een soort
paniekerige Reisefieber, waar ik als
ervaren reiziger natuurlijk nooit last van heb, en loop quasi gehaast naar
binnen. Eenmaal hoog boven het luchtruim kan ik een en ander analyseren: taxi’s
zijn veel te duur en vliegtickets veel te goedkoop! Innig tevreden over deze openbaring bestel ik nog een rood wijntje. Ik reken af
met mijn creditcard en onderdruk de gedachte dat dit goedkope vluchtje
inmiddels weer duurder is dan mijn taxi-rit. Kijkend uit het raampje vervolg ik, niet gehinderd door enige
economische achtergrond of opleiding, mijn gedachte-college: Vliegen is dus te
goedkoop en zelfs tickets naar verre bestemmingen zijn relatief zeer
betaalbaar. Daardoor vliegen we er met zijn allen lustig op los. Tien dagen chillen op Bali, een weekje raften op de Colorado, kitesurfen op Bonaire, normaalste zaak
van de wereld. Door al deze, meestal engelstalige activiteiten lijkt het leven
in Nederland behoorlijk boring. En vaak hoor je dan, bijvoorbeeld tijdens zo’n
avontuurlijke tocht door Cambodja, in een gammele, aftandse bus, vastgeklemd
tussen de locals en de kippen, die
onvermijdelijke constatering: “Wat is
bij ons in Nederland alles toch aangeharkt, dit is toch véél spannender!” Talloze TV-programma’s zijn er inmiddels die het wel en voornamelijk wee tonen van
stelletjes die, na het achterlaten van het saaie Nederland, zich in allerlei
hachelijke avonturen in verre landen hebben gestort. Mijn stelling, hier hoog boven de Alpen is echter: reizen is geweldig, maar als
dan toch ergens mijn rolkoffer onder het bed klaarligt, dan maar in aangeharkt Nederland.
Een countryclub met hoge contributie, maar ík blijf lid. Om vele
redenen, maar zeker ook hierom:
Er bestaat in ons land een netwerk van fietsroutes, het
zgn. Fietsknooppunten Netwerk.
De naam is ingewikkeld maar het concept is geniaal in zijn eenvoud. Via een fijnmazig netwerk van fietspaden navigeer je via nummers van het ene knooppunt naar het andere.
De routes zijn volledig monkeyproof aangegeven met bordjes en zodanig gepland dat je niet of nauwelijks geconfronteerd wordt met autoverkeer. Zo fiets je altijd veilig en kan je optimaal genieten van de omgeving. Het is nooit een puzzeltocht, want de nummers hangen bij praktisch ieder kruispunt. Natuurlijk is er een bijbehorende app, maar we kijken al veel te vaak op dat ding. Ik plan meestal thuis de route, schrijf de nummertjes op een papiertje en plak dit op mijn frame. Verrukkelijk low-tech!
De naam is ingewikkeld maar het concept is geniaal in zijn eenvoud. Via een fijnmazig netwerk van fietspaden navigeer je via nummers van het ene knooppunt naar het andere.
De routes zijn volledig monkeyproof aangegeven met bordjes en zodanig gepland dat je niet of nauwelijks geconfronteerd wordt met autoverkeer. Zo fiets je altijd veilig en kan je optimaal genieten van de omgeving. Het is nooit een puzzeltocht, want de nummers hangen bij praktisch ieder kruispunt. Natuurlijk is er een bijbehorende app, maar we kijken al veel te vaak op dat ding. Ik plan meestal thuis de route, schrijf de nummertjes op een papiertje en plak dit op mijn frame. Verrukkelijk low-tech!
Ik vlieg nu dus naar de mooie stad Bologna, waar mijn
goede vriend Romano woont en werkt. Hij is ingenieur, maar kan in het huidige
Italiaanse politieke en economische klimaat nauwelijks meer genieten van al het
moois dat zijn land te bieden heeft. Vorige zomer was hij mijn gast. Ik besloot
een twee-daagse fietstocht te organiseren via het bovengenoemde netwerk. Van
Amsterdam, door het Groene Hart, naar Gouda. Overnachten in een B&B en dan
de volgende dag door naar Rotterdam om wat fijne architectuur te bekijken.
Op een prachtige junidag fietsen Romano en ik door de weilanden, op weg naar nummer 30. En ik bedoel letterlijk door de weilanden. Een mooi, vers aangelegd verhard fietspad, dwars tussen de koeien en schapen. Onbewolkt, wind in de rug en laverend tussen de vlaaien trekken we van het ene schilderij naar het andere. Mijn Italiaanse vriend is euforisch, hij kan er maar niet over uit dat wij hier al veertig kilometer over een speciaal aangelegd fietspad zuidwestwaarts gaan. Hij komt naast mij rijden, haalt zijn handen van het stuur en maakt zo’n typisch Italiaans handgebaar, handpalmen naar boven, wild bewegend alsof-ie met twee ballen aan het jongleren is. Martino, queste piste, com’è possibile? Deze fietspaden, hoe is dit mogelijk?
Op een prachtige junidag fietsen Romano en ik door de weilanden, op weg naar nummer 30. En ik bedoel letterlijk door de weilanden. Een mooi, vers aangelegd verhard fietspad, dwars tussen de koeien en schapen. Onbewolkt, wind in de rug en laverend tussen de vlaaien trekken we van het ene schilderij naar het andere. Mijn Italiaanse vriend is euforisch, hij kan er maar niet over uit dat wij hier al veertig kilometer over een speciaal aangelegd fietspad zuidwestwaarts gaan. Hij komt naast mij rijden, haalt zijn handen van het stuur en maakt zo’n typisch Italiaans handgebaar, handpalmen naar boven, wild bewegend alsof-ie met twee ballen aan het jongleren is. Martino, queste piste, com’è possibile? Deze fietspaden, hoe is dit mogelijk?
Ik kijk hem
glimlachend aan en zeg: Questo perché
paghiamo le tasse. Wij betalen onze belasting. Hij slaakt een zucht en
knikt begrijpend.
Volgens onze minister-president leven we in “een gaaf land”. De formulering is wat lomp, maar ik ben het met hem eens. We betalen allemaal licht kreunend onze contributie voor Countryclub Nederland, maar krijgen wel waar voor ons geld.
Volgens onze minister-president leven we in “een gaaf land”. De formulering is wat lomp, maar ik ben het met hem eens. We betalen allemaal licht kreunend onze contributie voor Countryclub Nederland, maar krijgen wel waar voor ons geld.
Romano en ik zetten
er een tandje bij. In de verte zien we de toren van Oudewater. Bijna tijd voor
een aperativo en een toast op ons gave, aangeharkte land.
----------------------------------------------------------------
![]() |
'gaaf land' |
Comments
Post a Comment