Skip to main content

JE MOET ER BIJ ZIJN GEWEEST: STUDIO AALSMEER


Als cameraman heb ik met heel veel plezier gewerkt aan een reeks showprogramma’s van Joop van de Ende. Deze opnames vonden voornamelijk plaats in Studio Aalsmeer. In deze voormalige veilinghal begon vd Ende in 1992 met het opnemen van grote shows met oa Ron Brandsteder en Jos Brink. De sfeer tijdens en met name na de opnames was uiterst plezant. Als freelancer zag ik al vroeg het verschil in karakter tussen John de Mol en Joop vd Ende. Bij producties van De Mol (in zijn studio in Loosdrecht) kreeg de crew na afloop van een show drie van die typische jaren-50 lullige consumptie-bonnetjes uitgereikt.
Bij een soort loket kon je dan na afloop van de opnames een glaasje bier of colaatje halen. Joop pakte het anders aan: hij liet meteen in de lege veilinghal door de afdeling decor een Amsterdamse kroeg nabouwen. Consumptiebonnen waren niet nodig: na afloop van de show was het “open bar”, met als regelmatige gastkastelein Ron Brandsteder himself.
De goede sfeer in Aalsmeer was mede te danken aan Guus Verstraete. Deze helaas veel te vroeg overleden legendarische regisseur wist als geen ander professionaliteit te combineren met plezier. Heel veel plezier. Tijdens de shows, waarvan de meeste “live”, ging hij behoorlijk te keer. Iedereen op de studiovloer draaide standaard de intercom een tandje lager als Guus in de regiewagen klom. Zijn regie-aanwijzingen waren een combinatie van een hoop gevloek (“Godgodverdomme, kom op met die kolere-tune!”), alsmede veel gelach (“Hahaha camera vier, zie hier maar ’s vandaan te komen, sterkte hahahaha!”). Het waren, nu ik eraan terugdenk, behoorlijk gecompliceerde shows qua changementen, artiesten, ingewikkelde camera-bewegingen met kranen en een hoop electronisch gedoe met score-borden. Guus hield iedereen scherp en geconcentreerd met zijn gebulder. Maar als iets écht fout ging, en dat wilde nog wel ’s gebeuren tijdens live-shows, dan kreeg-ie vaak de slappe lach. Zijn regie-assistent moest dan de boel even draaiende houden. Zo ook tijdens de “1-2-3 Show”.
Een spelprogramma waarvoor de oude Rudi Carell voor veel geld uit Duitsland was gehaald om zijn kunstje nog eens in zijn oude vaderland op te voeren. (“Was dat nou een aardige man?” vroeg laatst iemand aan mij. Daar kon ik heel kort over zijn: “Nee!”).
In dergelijke shows waren er natuurlijk aantrekkelijke prijzen voor de kandidaten (veel magnetrons en koffersets) en aan het einde van de serie ging De Grote Hoofdprijs “eruit”. Dit keer was dat een zeer luxe cruise. En hoe kon dat het beste gevisualiseerd worden? Joop denkt altijd groot en er was ruimte zat in de studio. Er werd dus door de decorafdeling een gigantische voorplecht van een cruise-schip nagebouwd. Niet op ware grootte, maar het kwam aardig in de buurt. Tijdens de laatste minuten van de eindshow riep Guus: “En kom maar met die schijt-boot!”  
Een man of acht, inclusief Joop zelf, duwde het gevaarte het beeld in. Door het gewicht kwam het moloch maar langzaam op gang, maar toen de weerstand eenmaal overwonnen was, gleed hij soepel de vloer op. De beoogde eindpositie van het schip, mooi rechts in het kader, was in de repetities netjes afgemerkt. Maar er was geen houden meer aan. Carell en kandidaten konden het gevaarte net ontwijken, het schip boorde zich krakend in de rest van het decor. In mijn koptelefoon hoorde ik een bulderende, langgerekte lach gevolgd door wat klonk als een klap. (Later hoorde ik van de regie-assistent dat Guus letterlijk van zijn stoel was gevallen van het lachen). Er klonk alleen nog een gesmoord: "Hoehoehaha, start maar die kolere-aftiteling, whoaaa!"
------------------------------------------------------------------------------------------------------------





Comments

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

EIN ANGENEHMER NACHMITTAG

Ruim een half jaar geleden kregen mijn geliefde en ik een berichtje van onze goede vriend Paul. Of wij zin hadden hem en zijn knappe vriend Frank, Zahnarzt aus Hamburg, te vergezellen naar een uitvoering van een Wagner-opera in het befaamde Festspielhaus in Bayreuth? We keken elkaar even kort aan en riepen in koor: “NU!” Onze code voor Niets Uitstellen! We gebruiken dit mantra de laatste tijd steeds vaker. Het heeft alles te maken met het feit dat we inmiddels met steeds grotere regelmaat afscheid moeten nemen van dierbare vrienden. Er zijn talloze benamingen voor de Dood: Magere Hein, De Man met de Zeis of, in het Engels, het heerlijk onheilspellende The Grim Reaper. Zelf gebruik ik de door Harry Vermeegen bedachte, iets luchtigere maar zeer beeldende titel De Ober met het Laatste Bonnetje . Het is die schimmige figuur in een morsig, donker en versleten colbertje met scheef hangende, zwarte stropdas die vroeg of laat, juist als je het niet verwacht, plotseling op je schouder tikt. -We...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...