Iedereen heeft verstand van voetbal. Dit heerlijke
cliché geeft zeer treffend aan dat we allemaal
een betere bondscoach denken te zijn dan de huidige. Hoewel Koeman goed bezig is, is het gemopper over zijn “merkwaardige opstellingen”
en “onverstandige tactiek” alweer aan het aanzwellen na de recente nederlaag
tegen Portugal.
Maar iedereen heeft verstand van voetbal gaat over meer dan sport. Het is de moderne versie van het ietwat oubollige spreekwoord De beste stuurlui staan aan wal. Betweterig gekanker is niet exclusief te horen in de kantines van de low culture, zoals dat fijntjes heet. Ook in de high culture Grachtengordel-salons en brasseries staan vele stuurlui aan wal te dringen die het allemaal anders zouden aanpakken. Maar daar gaat het over andere zaken. Over de aanpak van AirB&B, de drukte in de stad, de opvolger van Gatti bij het Concertgebouw Orkest en natuurlijk over de recente bouwwoede. Iedereen heeft verstand van architectuur is een variatie op dit thema. De stand van de conjunctuur zou volgens de mythe af te lezen zijn aan het aantal zwiepende bouwkranen, aan- en af rijdende cementwagens en wolkenkrabbers die in mum van tijd naar boven schieten. Je hoort de soundtrack van Philip Glass er vanzelf bij. Deze dynamiek is inderdaad overal waarneembaar. Dat er gebouwd moet worden, daar is de “witte wijn-sippende Grachtengordel” (inmiddels een Geuzenaam) het over eens. Maar wat, waar en met name door wie is een vraag die stof geeft tot verhitte discussies. Wat de ene bewaker van Goede Smaak een “gedurfd en iconisch” ontwerp vindt, wordt door de andere kenner “een affront” genoemd.
“Rem Koolhaas is de grootste architect van Nederland!”, beweert iemand luidruchtig. “Een charletan”, weerklinkt het aan de andere kant van de bar, “een zelfbenoemde alleskunner die zijn maquettes overal ongehinderd mag opblazen tot ware grootte!”
“Over lelijke gebouwen gesproken, De Nederlandse Bank op het Frederiksplein, wie heeft dát ooit goedgekeurd? Slopen dat ding!”
Ik wring mij nu ook tussen dit gezelschap. Ik heb recht van spreken, want ben geboren en getogen Amsterdammer, en zal niet nalaten dit in te peperen bij de aanwezigen.
“Luister mensen, wie kent hier nog het Maupoleum?”
Een aantal wijnsippers kijkt enigszins glazig voor zich uit, maar sommigen, alsof ze bezig zijn met een pubkwis, knikken instemmend. Inderdaad, die betonnen galerij uit de jaren ’60 op de Jodenbreestraat bij het Waterlooplein.
Officieel was de naam “Burgemeester Tellegenhuis”, maar omdat de legendarische vastgoedmagnaat Maup Caransa het financieerde, werd dit natuurlijk al gauw Maupoleum genoemd, een briljante bijnaam. Het gebouw is gesloopt in 1994, om economische motieven. Niemand heeft destijds daartegen geprotesteerd omdat iedereen het er over eens was dat dit Het Lelijkste Gebouw van Amsterdam was.
Ik had al lang zo mijn twijfels, totdat ik recentelijk een foto van het verdoemde gebouw liet zien aan een jonge architect uit Milaan, die bij mij te gast was voor een paar dagen.
Maar iedereen heeft verstand van voetbal gaat over meer dan sport. Het is de moderne versie van het ietwat oubollige spreekwoord De beste stuurlui staan aan wal. Betweterig gekanker is niet exclusief te horen in de kantines van de low culture, zoals dat fijntjes heet. Ook in de high culture Grachtengordel-salons en brasseries staan vele stuurlui aan wal te dringen die het allemaal anders zouden aanpakken. Maar daar gaat het over andere zaken. Over de aanpak van AirB&B, de drukte in de stad, de opvolger van Gatti bij het Concertgebouw Orkest en natuurlijk over de recente bouwwoede. Iedereen heeft verstand van architectuur is een variatie op dit thema. De stand van de conjunctuur zou volgens de mythe af te lezen zijn aan het aantal zwiepende bouwkranen, aan- en af rijdende cementwagens en wolkenkrabbers die in mum van tijd naar boven schieten. Je hoort de soundtrack van Philip Glass er vanzelf bij. Deze dynamiek is inderdaad overal waarneembaar. Dat er gebouwd moet worden, daar is de “witte wijn-sippende Grachtengordel” (inmiddels een Geuzenaam) het over eens. Maar wat, waar en met name door wie is een vraag die stof geeft tot verhitte discussies. Wat de ene bewaker van Goede Smaak een “gedurfd en iconisch” ontwerp vindt, wordt door de andere kenner “een affront” genoemd.
“Rem Koolhaas is de grootste architect van Nederland!”, beweert iemand luidruchtig. “Een charletan”, weerklinkt het aan de andere kant van de bar, “een zelfbenoemde alleskunner die zijn maquettes overal ongehinderd mag opblazen tot ware grootte!”
“Over lelijke gebouwen gesproken, De Nederlandse Bank op het Frederiksplein, wie heeft dát ooit goedgekeurd? Slopen dat ding!”
Ik wring mij nu ook tussen dit gezelschap. Ik heb recht van spreken, want ben geboren en getogen Amsterdammer, en zal niet nalaten dit in te peperen bij de aanwezigen.
“Luister mensen, wie kent hier nog het Maupoleum?”
Een aantal wijnsippers kijkt enigszins glazig voor zich uit, maar sommigen, alsof ze bezig zijn met een pubkwis, knikken instemmend. Inderdaad, die betonnen galerij uit de jaren ’60 op de Jodenbreestraat bij het Waterlooplein.
Officieel was de naam “Burgemeester Tellegenhuis”, maar omdat de legendarische vastgoedmagnaat Maup Caransa het financieerde, werd dit natuurlijk al gauw Maupoleum genoemd, een briljante bijnaam. Het gebouw is gesloopt in 1994, om economische motieven. Niemand heeft destijds daartegen geprotesteerd omdat iedereen het er over eens was dat dit Het Lelijkste Gebouw van Amsterdam was.
Ik had al lang zo mijn twijfels, totdat ik recentelijk een foto van het verdoemde gebouw liet zien aan een jonge architect uit Milaan, die bij mij te gast was voor een paar dagen.
“Oops! Did you demolish this?” Zijn reactie bevestigde wat ik al vreesde; We hebben te vroeg en te snel een geweldig stoer gebouw gesloopt.
Er is tegenwoordig een ware renaissance gaande
van het zgn. "Brutalisme". Zoals de naam al doet vermoeden gaat dit over “brutaal beton”. Brutalisme is de stroming in de architectuur die voornamelijk wordt geassocieerd
met pioniers als Le Courbusier, Mies van der Rohe en Oscar Niemeyer. Hun invloed heeft over de hele wereld, (ik
krijg het bijna mijn toetsenbord niet uit), iconische gebouwen opgeleverd. Mooie voorbeelden zijn Boston City Hall, Het Spagliardi Instituut in Milaan, de
City Gate in Belgrado en de Congress Hall in Brasilia. Ook in ons land stonden veel van dit soort betonnen joekels. In mijn stad
sneuvelden zeer recentelijk oa Het Post CS-gebouw bij het Centraal Station (architect
Piet Elling)
en Het Wibauthuis (N. Gawronski) Elders in Nederland heeft een aantal gebouwen de sloopwoede ternauwernood overleefd, zoals het ING kantoor in Leeuwarden
of het Groothandelsgebouw in Rotterdam.
Ik geef het toe, ik heb totaal geen verstand
van voetbal en maar een heel klein beetje van architectuur. Laten we
vooral veel bakkeleien over wat mooi en lelijk zou zijn, maar geef architecten
letterlijk en figuurlijk de ruimte. En vooral: laten we even tot tien (jaar) tellen voor we roepen: “Slopen dat monster!”
Over
gebouwen die het niet hebben overleefd heeft Jord den Hollander, zelf
architect, een mooi boek geschreven getiteld: “Ooit gesloopt Nederland”.
Nog volop verkrijgbaar via de bekende boekensites.
---------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------
Ik heb nog een kandidaat voor de sloopkogel. De Stopera. De theaterzaal met front mag blijven. De rest tegen de grond maar. En er iets van maken dat wel uitstraling heeft.
ReplyDeleteNaar Martin luisteren, Gerben, dus nog even 10 jaar wachten, voordat ik inhoudelijk reageer.
ReplyDeleteIk begrijp dat je anoniem wilt blijven als je niet in staat bent inhoudelijk te reageren.
ReplyDelete