Skip to main content

JE MOET ER BIJ ZIJN GEWEEST/STERRENSLAG OOSTENRIJK





We schrijven 1984. Een van de eerste grote buitenlandse klussen die ik mocht doen als cameraman was “AVRO’s Sterrenslag”. Het was eenvoudig van opzet: een stuk of 25 Bekende Nederlanders (artiesten, presentatoren, sporters) namen het in team-verband tegen elkaar op. Het betrof lullige spelletjes in de categorie autoband-gooien, stormbaan-met-hindernissen, etc. Grootste aantrekkingskracht van het programma was uiteraard de interactie tussen de BN’ers. Voor mij, opgegroeid in een VPRO-omgeving, behoorlijk tenenkrommend om naar te kijken, maar dit succesvolle format was decennia-lang een grote kijkcijferhit. You can’t argue with succes, zeggen ze in Hollywood. En als beginnend cameraman kon ik natuurlijk niet al te kieskeurig zijn. Bovendien, zo kwam ik er al snel achter, waren die low-culture shows eigenlijk ontzettend leuk om te doen. Ik heb dan ook in die jaren schaamteloos en met veel plezier gewerkt bij programma’s als Ron’s Honeymoon Show, Wedden Dat? en Showmasters.
Het was, budgettair gezien, de gouden tijd van de TV. Hoewel de AVRO een publieke omroep was, waren de financiële middelen zeer ruim aanwezig en werd er niet ingewikkeld gedaan over sponsoring. Zodoende had de AVRO besloten om een speciale winter-editie van Sterrenslag te produceren onder de klinkende titel “Sterrenslag In De Sneeuw”. Als locatie werd gekozen voor Oostenrijk, in het wintersportplaatsje Patsch.
Iedereen werd ondergebracht in Gasthaus Hochmahdalm. De artiesten (o.a. Willeke Alberti, Ron Brandsteder, wielrenner Jan Jansen, Erica Terpstra, Rijk de Gooyer, Rudi Falkenhage, de meidengroep Babe) werden ingevlogen. Wij als crew waren in een colonne camera-wagens al vooruitgegaan om de boel technisch voor te bereiden.
Zo’n uitstapje is natuurlijk een schoolvoorbeeld van de kat op het spek binden. Er werd in die tijd bij de TV al standaard stevig ingenomen, maar zo ver van huis, hoog in de bergen, met een dergelijk gezelschap was het hek helemaal van de dam. Dit mede dankzij Frau Kochel, de uitbaatster van het Gasthaus, die het begrip “ge
öffnete Bar”, zoals bedongen door de AVRO, voortvarend aanpakte: reeds bij het ontbijt stonden de kleine glaasjes witte narigheid al klaar. ’s Avonds, na een lange, vermoeiende opnamedag was de stemming in de eetzaal zeer uitgelaten. En ’s nachts waren er (hoe verassend!), de gebruikelijke John Lanting-achtige taferelen op de gangen: veel geschuifel, open- en dichtslaande deuren, “toevallige ontmoetingen” op de overloop.
De kamers waren zeer gehorig, maar iedereen keek elkaar ’s ochtends glimlachend aan bij het ontbijt met de gerustellende gedachte: What happens in Patsch, stays in Patsch.
De vier opnamedagen gingen voorspoedig. Op de laatste avond was ook het laatste restje g
êne verdwenen en was het nog lang onrustig op de gangen. De volgende dag was een “vrije” dag, pas ’s avonds zouden de BN-ers naar het vliegveld worden gebracht.
Frau Kochel had daarom iets leuks bedacht voor haar gasten: iedereen kon, onder leiding van een dorpsgenoot, een mooie langlauf-tocht maken. Tien uur verzamelen in de hal, was er afgesproken. De volgende ochtend om kwart over tien was het animo niet al te groot, constateerde onze Gastfrau in een lege foyer. Ze besloot een rondje te bellen. Mijn kamer was boven de receptie en naast die van Rijk de Gooyer, die met Ron B. als laatste de honneurs aan de bar had waargenomen. Ik hoorde de telefoon bij Rijk een paar keer overgaan, toen gerommel en gevloek. De schelle stem van Frau Kochel klonk door het hele hotel: “Herr Gooyer, wollen sie langlaufen?” Twee seconden stilte, en toen brulde Rijk:  “Nein mein Gott, Mensch, ich will langschlafen!”

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Comments

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...