Als freelance cameraman werkte ik de afgelopen 35
jaar voor de meest uiteenlopende tv-programma’s. Van high tot low culture, van
Koot & Bie tot Ron’s Honeymoonshow, van docu’s over operazangeressen tot
items over profvoetballers. Een gevarieerd menu is tenslotte cruciaal voor een
fysieke en geestelijke gezondheid. Een allround
huursoldaat was ik en haalde nergens mijn neus voor op. (Nou ja, nergens?
Ik heb ooit, toen ik gebeld werd om de vaste cameraman van Willibrord Frequin
tijdelijk te vervangen vriendelijk bedankt onder het mom van: “Sorry, in die
periode heb ik net een buitenlandse klus”). De reden waarom ik überhaupt
hiervoor gevraagd werd is deze: mijn specialiteit, als ik zo onbescheiden mag
zijn, is het werken met lastige presentatoren. En nu vragen jullie je
natuurlijk verlekkerd af wie, naast het ongeleide projectiel Frequin, die
andere lastpakken zijn. Het korte antwoord is: tutti! De één misschien iets minder dan de ander maar in principe
hebben alle presentatoren een
gebruiksaanwijzing. Omdat de kwalificatie “alle” te vrijblijvend is volgen hier
wat namen: ik heb de eer en het
genoegen gehad te werken met o.a. Gert-Jan Dröge, Pieter Storms, Mart Smeets,
Sierd de Vos, Van Kooten & De Bie, Jan Lenferink, Barend & van Dorp,
Johan Derksen, Spaan & Vermeegen, to
name a few…
Zij allen behoren tot de canon van de vaderlandse
televisie. En juist deze vakmensen hebben mijns inziens recht op bepaalde
eigenaardigheden en ogenschijnlijk moeilijk te begrijpen mood swings. Als cameraman heb ik al vroeg een belangrijke les
geleerd: de Presentator dient op zijn gemak gesteld te worden, maar niet té
veel. Hij/zij gaat namelijk altijd, bij elke opname, knipperend tegen het felle
licht het Colosseum in. Morituri te salutant. Zo’n arena waar iedereen joelt, schreeuwt, stampvoet en fluit. En waar de leeuwen kwijlend rondlopen.TV-opnames zijn niet altijd live, sommige shots kunnen een paar keer
over en in de montage valt veel te repareren. Maar het blijft steeds een duik
vanaf een wiebelende springplank. De ene keer de lage, de andere keer de hoge.
Meestal glijdt men soepel en gracieus het zwembad in, maar soms stuiteren ze,
als Patty Brard, keihard op het water. Ik doe het ze niet na. Wat je nooit moet
doen, zo vertel ik de jonge camerahonden die ik begeleid, is het onderschatten
van de spanning die een presentator ervaart bij iedere opname. Als je als lid
van de crew nonchalante routine
etaleert kan dat averechts werken.
Plankenkoorts is zo oud als het Griekse Drama. Het
Engelse woord stage fright vind ik
eerlijk gezegd krachtiger. Ik zag ooit een aflevering van de talkshow van
Jonathan Ross. Zanger Robbie Williams was te gast en vertelde een bloedstollend
verhaal over zijn eigen stage fright. Op
het hoogtepunt van zijn roem waren zijn shows in Wembley Stadium vier keer
uitverkocht.
De eerste drie avonden liep alles op rolletjes.
Maar op de laatste avond gebeurde het. De MC riep, met veel echo en bombast: "Ladies and gentleman, here he is, the most popular and successful entertainer of this decade...Mr. Robbie Williams! Een oorverdovend gebrul steeg op uit het
Londense Colosseum. Maar het podium bleef leeg.
Het duo Spaan & Vermeegen is al eerder
genoemd. Na een uiterst succesvolle periode zijn ze hun eigen weg gegaan. Zo
gaan die dingen nu eenmaal. Maar in hun hoogtijdagen maakten ze legendarische
televisie: De Regenjas, Popi Jopi, Pisa (met
daarin het briljante item De Gewone Man). Programma’s die meer dan een miljoen kijkers trokken, maar waar de hoeders van
de goede smaak zich van distantieerden.
En nog steeds. De hoofdredacteur van de Dikke Van
Dale, ene Ton den Boon, is voornemens een aantal begrippen en uitdrukkingen van
een ander legendarisch duo, Koot & Bie, op te nemen in dit gezaghebbende
naslagwerk. Het gaat o.a. om woorden en begrippen als Regelneef en De Tegenpartij. Je kan je afvragen of die
niet eerder thuishoren in het oeuvre van de zelfbenoemde TV-professor Bert van
der Veer, maar volgens Den Boon zijn Koot & Bie woordenboekwaardig. Dit
valt te billijken maar blijkbaar wordt
er nog steeds met dedain door de grachtengordel-redactie van de Van Dale neergekeken
op Spaan & Vermeegen. Hun bijdragen aan de Nederlandse taal komen
vooralsnog niet in aanmerking.
Met het fenomeen Harry Vermeegen heb ik de
afgelopen jaren met veel plezier items gedraaid in de voetbalwereld. Regelmatig
nodigde hij mij uit voor zo’n klus. Het telefoongesprek verliep altijd volgens
hetzelfde patroon: “Mulder, we gaan naar Istanbul, portretje Guus Hiddink!”
“Maar Harry, je weet toch dat ik geen verstand heb van voetbal.”
“Maak niets uit, je hebt verstand van mij, daar gaat het om. Overmorgen acht uur op Schiphol!” Vermeegen is zo’n presentator die bij sommige van mijn collega’s angst inboezemt. Maar zijn manual is eigenlijk heel overzichtelijk. Hij is veeleisend, snel, recht-voor-zijn-raap. Hij heeft een grote bek maar een klein hartje dat ook nog ‘s op de goede plaatst zit. Zijn helden zijn niet de primadonna’s van de voetbal-royalty maar Nelson Mandela, Barack Obama, burgemeester Aboutaleb, Freek de Jonge en David Letterman. Vermeegen beheerst de geschreven en ongeschreven wetten van zijn genre (comedy) uitstekend en kent zijn klassiekers. Veel sportverslaggevers willen, zelfs bij zo’n kansloos mini-interview van twee minuten voor een sponsorbord, toch de Bernstein & Woodward uithangen. Zo niet Harry, hij is van de afdeling “vrolijke verwikkelingen met vaderlandse voetballertjes”. Verwacht van hem geen zure vragen over gemiste strafschoppen of conflicten met trainers. In plaats daarvan volkomen onzin-scenario’s, zoals het met een welgemikte bal iemand van zijn fiets schieten. Vermeegen zal de eerste zijn om toe te geven dat dit puur amusement is en niet meer dan dat. “Vandaag geen VPRO-documentaire Mulder, dit is van-dik-hout-zaagt-men-planken!” En om zo’n item te maken is (bijna) alles geoorloofd. Een paar jaar gelden maakten we een portretje van profvoetballer Eljero Elia.
“Maar Harry, je weet toch dat ik geen verstand heb van voetbal.”
“Maak niets uit, je hebt verstand van mij, daar gaat het om. Overmorgen acht uur op Schiphol!” Vermeegen is zo’n presentator die bij sommige van mijn collega’s angst inboezemt. Maar zijn manual is eigenlijk heel overzichtelijk. Hij is veeleisend, snel, recht-voor-zijn-raap. Hij heeft een grote bek maar een klein hartje dat ook nog ‘s op de goede plaatst zit. Zijn helden zijn niet de primadonna’s van de voetbal-royalty maar Nelson Mandela, Barack Obama, burgemeester Aboutaleb, Freek de Jonge en David Letterman. Vermeegen beheerst de geschreven en ongeschreven wetten van zijn genre (comedy) uitstekend en kent zijn klassiekers. Veel sportverslaggevers willen, zelfs bij zo’n kansloos mini-interview van twee minuten voor een sponsorbord, toch de Bernstein & Woodward uithangen. Zo niet Harry, hij is van de afdeling “vrolijke verwikkelingen met vaderlandse voetballertjes”. Verwacht van hem geen zure vragen over gemiste strafschoppen of conflicten met trainers. In plaats daarvan volkomen onzin-scenario’s, zoals het met een welgemikte bal iemand van zijn fiets schieten. Vermeegen zal de eerste zijn om toe te geven dat dit puur amusement is en niet meer dan dat. “Vandaag geen VPRO-documentaire Mulder, dit is van-dik-hout-zaagt-men-planken!” En om zo’n item te maken is (bijna) alles geoorloofd. Een paar jaar gelden maakten we een portretje van profvoetballer Eljero Elia.
“OK Martin, start de camera!”, riep Harry ”Loopt!”, zei ik.
“Eljero, op dit veldje ging je dus ‘s middags na school lekker een balletje trappen?”
“Eh, nou Harry, dat was niet hier, maar een veldje twee flats hierachter”.
“Stop!” riep Vermeegen. Ik stopte de opname.
Vermeegen tegen Eljero:
“Dat veldje verderop, is dat groter dan dit? Ligt het anders, staan er doelpalen of zo?” “Nee Harry, gewoon een grasveldje, precies zoals hier…”
“Mooi, maakt dus geen moer uit! We doen ‘m nog een keer, loop je Mulder?”
“Loopt!” “Eljero, dus op dit veldje ging je ‘s middags na school een balletje trappen?” “Ja klopt Harry! Beetje lekker klooien met de jongens uit de buurt.”
“Eljero, op dit veldje ging je dus ‘s middags na school lekker een balletje trappen?”
“Eh, nou Harry, dat was niet hier, maar een veldje twee flats hierachter”.
“Stop!” riep Vermeegen. Ik stopte de opname.
Vermeegen tegen Eljero:
“Dat veldje verderop, is dat groter dan dit? Ligt het anders, staan er doelpalen of zo?” “Nee Harry, gewoon een grasveldje, precies zoals hier…”
“Mooi, maakt dus geen moer uit! We doen ‘m nog een keer, loop je Mulder?”
“Loopt!” “Eljero, dus op dit veldje ging je ‘s middags na school een balletje trappen?” “Ja klopt Harry! Beetje lekker klooien met de jongens uit de buurt.”
Geen hogere wiskunde dus, maar wel, indachtig
Robbie Williams: “Let me entertain you!”.
En dat is op zich al een wetenschap.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Comments
Post a Comment