Skip to main content

VLIEGTUIG vs TREIN




Hebben jullie al last van vliegschaamte? Ik eerlijk gezegd nog niet. Onlangs schaamteloos een ticket gekocht voor het traject Amsterdam-Casablanca, kosten zestig euro. "Vraag niet hoe het kan maar profiteer ervan!" zoals ze hier op de Albert Cuyp-markt roepen. Een enkele reis met de trein van Amsterdam naar Brussel kost ongeveer hetzelfde. We worden voortdurend geconfronteerd met deze merkwaardige tarieven. Laatst rekende ik de drankjes af van een borreltje van vier man dat nog geen anderhalf uur had geduurd. De eindstand: één retourtje Amsterdam-Rome. Het is dus begrijpelijk dat het absurde prijsverschil tussen vliegen en reizen per trein ter discussie staat. De hamvraag is deze: is vliegen nou zo goedkoop of  treinreizen (en Amsterdamse horeca) zo duur? Ik neig naar het laatste. Het verdienmodel van easyJet, Ryanair en andere budgetmaatschappijen is blijkbaar toch zodanig dat ze redelijk probleemloos kunnen opereren zonder failliet te gaan. De enige bedreiging die in de verte opdoemt door het raampje van de cockpit zijn de dreigende accijnzen op kerosine en de BTW op tickets. Maar dat kan nog wel even duren, gezien de klimaatdiscussie die steeds meer polariseert en daardoor stagneert. Ondanks de grote verschillen in prijs en reistijd van vliegtuig versus trein lees je steeds meer beschouwingen over het genot van een ouderwetse lange reis met het spoor.
Romantiek, rust, geen of nauwelijks security, het voorbijglijden van het langzaam veranderende landschap en veel beenruimte. Helaas sinds de moderne rail-infrastructuur geen gezellig kedeng kedeng meer. Maar voordat je nu roept: "Hé Mulder, niet wegzakken in belegen Rail Away-nostalgie! Je hebt toch niet stiekem op zolder een Märklin-emplacement gebouwd hè?"
Nee, dat niet. (Tenzij mijn kleinzoon dat straks héél graag wil.) Ik heb ooit een treinreis gemaakt in het land van de eerste bullettrain, Japan, met de Shinkansen, zoals-ie daar heet. Vergeleken daarmee is de TGV een boemeltje. In Japan was niet alleen de vertrektijd op de seconde af punctueel maar ook het tijdstip van aankomst, ruim vijfhonderd kilometer verderop. En natuurlijk geen kedeng kedeng alleen maar swoooshhhh.
Maar wil je je toch eens helemaal verliezen in de Agatha Christie-romantiek van het reizen zoals in het fin de siècle, dan zijn er voldoende mogelijkheden. Tal van gespecialiseerde reisbureaus bieden luxe treinreizen aan. Het gaat om befaamde treinen als The Royal Scotsman, The Rocky Mountaneer, The Trans Siberia Express etc. Allemaal behoorlijk aan de prijs, maar in ieder geval chiquer dan een cruise maken op zo'n drijvend pretpark. In 2006 werd ik door producent Willem Mouissie gevraagd om camera te doen voor een promotiefilm van The Eastern & Oriental Express.
Deze rijdt van Singapore via Kuala Lumpur en Bangkok naar Changmai, in het noorden van Thailand. De naam Eastern & Oriental Express is een beetje merkwaardig, want volgens mij betekent Oriental al "oostelijk", maar een kniesoor die daarop let. Marketingtechnisch is het wel te begrijpen. De magische klank van de moeder van alle luxe treinen roept meteen associaties op met Murder on the Oriënt Express van regisseur Sidney Lumet. Deze film uit 1974 heeft een cast waarvan je denkt: "hoe de fuk hebben ze die ooit bij elkaar gekregen?": Albert Finney, Lauren Bacall, Ingrid Bergman, Jacqueline Bisset, Sean Connery, Anthony Perkins en Vanessa Redgrave, to name a few.
Willem en ik landen 's ochtends in Singapore. Onze trein vertrekt pas einde middag. Dus in de taxi op het vliegveld roep ik de zin die al lang op mijn verlanglijstje staat: "Take me to the Raffles!" En even later zitten we aan de bar waar o.a. Charlie Chaplin, Somerset Maugham, Elizabeth Taylor, Rudyard Kipling en Joseph Conrad zaten. Althans, dat staat op een koperen bordje aan de muur en wie ben ik om dat feestje te bederven?
"Sir, two Singapore Slings please!" roep ik overmoedig. Het is weliswaar pas elf uur 's ochtends, maar in Nederland twee uur 's nachts, de ideale tijd voor deze legendarische cocktail.
We vertrekken redelijk op tijd vanaf het prachtige station van Singapore. De passagiers bestaan voornamelijk uit welgestelde Britten die al na amper honderd kilometer ongegeneerd hardop beginnen te mijmeren over the good old days of the Empire. Lunch en souper worden geserveerd in de diner. Bij de lunch is een overhemd toegestaan, maar 's avonds is de dresscode onverbiddelijk dinner jacket.
Lunch

Dinner in the diner
Heel prettig zijn de elektrische belletjes die overal in de trein zijn aangebracht. Eén druk op de knop en daar komt Mr Cheng, food & beverage assistent met witte handschoentjes, aangesneld om je bestelling op te nemen. In het middenstuk van de trein zit de barwagon, een mooie plek om 's avonds nog één klein glaasje whiskey te nuttigen. Niet in de laatste plaats vanwege Mr Lee, de barpianist.
Hij speelt alles: het onvermijdelijke "As time goes by", de minstens zo onvermijdelijke Gymnopedie van Satie en alles daartussen. Ik deel met Willem een slaapcoupé, ruim en comfortabel, maar na het bewonderen en uitgebreid filmen van de presidential suite voelt onze couchette daarna toch een beetje, hoe zeg je dat, eenvoudig aan.
Onze favoriete plek wordt al snel het open achterbalkon van de laatste wagon. Zowel om te filmen als om te verpozen.
We staan daar de volgende ochtend met Henry, een CFO uit de City en zijn veel jongere vriendin.

"Honey, don't you think it's time for a G&T?" vraagt Henry aan haar. Een snelle blik op haar gouden Cartier horloge. Half twaalf  's ochtends. Een glimlach, een elegante maar kordate druk op de knop en enkele seconden later is daar Mr Cheng. Ik vermoed dat het bij Henry en andere Britten nog even (twee generaties?) gaat duren voordat ze dezelfde lichte gêne voelen bij dit soort rituelen als wij Hollanders. De treinreis is voor ons de ideale combinatie van work & pleasure.


Af en toe zijn er geplande excursies onderweg zoals: het rijden op aftandse olifanten, het bezoeken van tempels die eruitzien als de gevel van Chin-Ind restaurant "de Lange Muur" in Dedemsvaart, het bekijken van de smog van Kuala Lumpur vanaf het platform van het nèt niet hoogste gebouw ter wereld en het bezoeken van de volledig gedisneyficeerde Bridge on the River Kwai.

Maar ik ben altijd blij als ik weer terug ben op mijn rijdende balkonette. Ik druk op het witte knopje. Kedeng, kedeng, daar is Mr Cheng! Fascinerend hoe snel je hieraan went.
­-----------------------------------------------------------------------------------------------------
Met dank aan Arie van Drongelen en Emilia van Heuven

Comments

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

EIN ANGENEHMER NACHMITTAG

Ruim een half jaar geleden kregen mijn geliefde en ik een berichtje van onze goede vriend Paul. Of wij zin hadden hem en zijn knappe vriend Frank, Zahnarzt aus Hamburg, te vergezellen naar een uitvoering van een Wagner-opera in het befaamde Festspielhaus in Bayreuth? We keken elkaar even kort aan en riepen in koor: “NU!” Onze code voor Niets Uitstellen! We gebruiken dit mantra de laatste tijd steeds vaker. Het heeft alles te maken met het feit dat we inmiddels met steeds grotere regelmaat afscheid moeten nemen van dierbare vrienden. Er zijn talloze benamingen voor de Dood: Magere Hein, De Man met de Zeis of, in het Engels, het heerlijk onheilspellende The Grim Reaper. Zelf gebruik ik de door Harry Vermeegen bedachte, iets luchtigere maar zeer beeldende titel De Ober met het Laatste Bonnetje . Het is die schimmige figuur in een morsig, donker en versleten colbertje met scheef hangende, zwarte stropdas die vroeg of laat, juist als je het niet verwacht, plotseling op je schouder tikt. -We...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...