Povera Italia! Mijn favoriete vakantieland heeft het zwaar, heel zwaar. Ernstig getroffen door het virus en dan ook nog geschoffeerd worden door die gereformeerde rekenmeester uit de Lage Landen. Ik ontving deze week vermanende berichten van mijn Italiaanse vrienden. Daarin lieten ze weten, soms tussen de regels door, soms onomwonden, boos te zijn op onze minister van Financiën.
Ik ben diep door het stof gegaan en heb WhatsApp-diplomatie bedreven door het bekende verhaal op te hangen over die typisch Hollandse directheid en ons schoolmeestertoontje. Maar ik moet eerlijk bekennen, als ervaren Italiëganger moet ik onze Wopke toch een beetje gelijk geven. Italië, hoezeer ik er ook van hou, is namelijk niet een land waar ik zou willen wonen. Want vroeg of laat krijg je daar te maken met verstikkende bureaucratie, cliëntelisme, zwarte economie, corruptie en de machinaties van de maffia (die als een ondergrondse veenbrand blijft doorsmeulen).Verder is het land politiek gezien zwaar gepolariseerd en daardoor verlamd. De enorme staatsschuld wordt door alle partijen vrolijk weggewuifd. Links noch rechts durft ook maar openlijk na te denken over noodzakelijke bezuinigen. Dit zou politieke zelfmoord betekenen. Dat ondertussen Europese begrotingsafspraken worden overtreden wordt eerder als heldhaftig gezien dan als beschamend. Waar wij in Nederland (weliswaar tandenknarsend) al lang geleden akkoord zijn gegaan met bijvoorbeeld het verhogen van de pensioenleeftijd en zodoende miljarden hebben bespaard, is dit in Italië onbespreekbaar. Het is vloeken in de kerk. En over religie gesproken: die is nog steeds alom aanwezig. Niet alleen in al die kerken en kathedralen met daarin de meest adembenemende kunstwerken die zelfs mij, als atheïst, nog steeds ontroeren, maar helaas ook als stille en uiterst conservatieve macht.
Een van mijn Italiaanse vrienden is ruim dertig jaar geleden uit de kast gekomen. Maar hij houdt toch voor alle zekerheid de deurknop nog steeds losjes in zijn hand. Zijn vrienden, collega's en familie weten dat hij gay is en hebben dat geaccepteerd. Maar niet meer dan dat. Niet voor niets gaat hij regelmatig naar Nederland, Engeland of andere landen waar een openlijk homoseksuele burgemeester, minister of CEO de normaalste zaak van de wereld is.
Helaas niet in Italië. Er is op de officiële staatstelevisie, de RAI Uno, sporadisch één vrolijke gay te zien. Het is een karikaturaal type waarnaast Gordon nog smaakvol en sophisticated lijkt. Deze RAI-Joling doet mij denken aan Albert Mol, of het tenenkrommende Harm met de harp-typetje van Henk Elsink van ruim vijftig geleden.
![]() |
Campagne van Amnesty International |
Helaas niet in Italië. Er is op de officiële staatstelevisie, de RAI Uno, sporadisch één vrolijke gay te zien. Het is een karikaturaal type waarnaast Gordon nog smaakvol en sophisticated lijkt. Deze RAI-Joling doet mij denken aan Albert Mol, of het tenenkrommende Harm met de harp-typetje van Henk Elsink van ruim vijftig geleden.
(Kijk deze sketch terug op YouTube en verbaas je. Gerard Reve vond dit soort humor destijds al onacceptabel.) In Italië kent het homohuwelijk nog steeds beperkingen. Adopteren mag niet en als je als in de kerk zou willen trouwen moet je héél lang zoeken naar een priester en locatie. Maar verder is het er een drukte van belang.
Zelfs mijn progressieve vrienden uit het rode bolwerk Bologna zitten regelmatig tijdens roomse feestdagen (en dat zijn er veel) braaf en devoot in de banken. Per compiacere la mamma, zeggen ze dan besmuikt, om moeder een plezier te doen. Want niet alleen de Vader, de Zoon en de Geest zijn Heilig maar zeker ook la Mamma. Mijn vriend Romano (56) krijgt nog steeds, als hij op visite is bij zijn moeder (die niet geheel toevallig Maria heet) een oorvijg als ze hem betrapt op het roken van een sigaretje. Het zijn taferelen waar ik stiekem van geniet. En dit is tevens mijn dilemma. Hoewel je als weldenkende Noord-Europeaan hoofdschuddend al die dubieuze kanten van Italië bekijkt, zie je tegelijkertijd, live, ook scènes die zo uit een olijfolie-reclame of Italiaanse cinema lijken te komen: de keuvelende mannetjes op een dorpsplein, het gescheld in het verkeer, een stokoud Siciliaans dametje dat in de verzengende zon een heuvel opschuifelt met een plastic boodschappentas, een knappe ober die een perfecte Campari uitserveert en moeders die ravioli vouwen in de keuken.
Zelfs mijn progressieve vrienden uit het rode bolwerk Bologna zitten regelmatig tijdens roomse feestdagen (en dat zijn er veel) braaf en devoot in de banken. Per compiacere la mamma, zeggen ze dan besmuikt, om moeder een plezier te doen. Want niet alleen de Vader, de Zoon en de Geest zijn Heilig maar zeker ook la Mamma. Mijn vriend Romano (56) krijgt nog steeds, als hij op visite is bij zijn moeder (die niet geheel toevallig Maria heet) een oorvijg als ze hem betrapt op het roken van een sigaretje. Het zijn taferelen waar ik stiekem van geniet. En dit is tevens mijn dilemma. Hoewel je als weldenkende Noord-Europeaan hoofdschuddend al die dubieuze kanten van Italië bekijkt, zie je tegelijkertijd, live, ook scènes die zo uit een olijfolie-reclame of Italiaanse cinema lijken te komen: de keuvelende mannetjes op een dorpsplein, het gescheld in het verkeer, een stokoud Siciliaans dametje dat in de verzengende zon een heuvel opschuifelt met een plastic boodschappentas, een knappe ober die een perfecte Campari uitserveert en moeders die ravioli vouwen in de keuken.
Spelende kinderen, oude stelletjes, flanerende tieners, flarden van orgelmuziek uit de kerk. Er kwam een pruttelend Fiatje Cinquecento langsrijden met achter het stuur een perfect geklede heer van minstens negentig. Ik constateerde: "De afdeling decor & figuratie slaat nu een beetje door!"
In elk artikel of programma over Italië valt onvermijdelijk de term la dolce vita. Synoniem voor het goede, zoete en zorgeloze leven. Toch, zo wist mijn vriend Guido mij te vertellen, zit er in die term ook iets anders, iets minder fraais verscholen. En dat addertje onder het Italiaanse gras is tevens de reden waarom Federico Fellini zijn meesterwerk deze titel heeft gegeven.
![]() |
Mastroianni en Fellini |
Terug naar nu, terug naar het geplaagde Italië. De oorvijg die onze minister van Financiën heeft uitgedeeld aan het zorgeloze Italiaanse leven is blijkbaar iets te hard aangekomen. Maar uiteindelijk komt het goed met La bella Italia. Ik kan niet wachten om weer terug te gaan naar dat dorpspleintje. En als onbezoldigd ambassadeur zal ik dan het hele terras een rondje aanbieden onder het uitroepen van: "Giro di Wopke!"
-----------------------------------------------------------------------------------------------
© 2020 Martin Mulder
Eindredactie Emilia van Heuven
Comments
Post a Comment