Skip to main content

Steeplechase


Mijn goede vriend H. is in het bezit van een klassiek wagenpark. Naast een zilverkleurige Jaguar XK8 Cabrio voor dagelijks gebruik staan er ergens nog twee fraaie automobielen gestald. Zoals een Scimitar GTE, een obscuur Engels merk dat ernstig te lijden heeft onder het imago van moederfabriek Reliant. (Zie de twee onderstaande foto's en je begrijpt waarom.) 

De Scimitar

De Reliant

Om het goed te maken is daar gelukkig ook nog de Jensen Interceptor, een legendarische symbiose tussen stijlvol Brits design en Amerikaans achtcilindergeweld.

H. vertelde mij laatst dat zijn rijbewijs vernieuwd moest worden. En dat hij licht opzag tegen de mogelijke obstakels die hij bij dit traject zou tegenkomen. Voor iemand van tachtigplus is H. zeer vitaal, ondernemend en goed bij de les. Maar ook hij verdwaalt, net als velen van zijn generatie, van tijd tot tijd in het duistere digitale oerwoud van de overheid. Regelmatig moet ik hem met mijn machete bevrijden uit een Gordiaanse elektronische knoop en een pad hakken richting daglicht. Dat doe ik uiteraard graag. Niet in de laatste plaats, moet ik eerlijk toegeven, omdat er na geslaagde expedities als beloning altijd een glas wijn lonkt van uitmuntende kwaliteit. Vol goede moed en ietwat dorstig (de Tweede Drooglegging was nog van kracht) belde ik drie weken geleden aan bij Slot Bommelstein, zoals H. zijn statige huis aan het Vondelpark noemt, om dit varkentje te gaan wassen. Nou, je voelt hem al aankomen, dat varkentje was glibberiger en venijniger dan verwacht. Het begon allemaal heel gemoedelijk. Gezeten aan de gezellig rommelige keukentafel in het souterrain, terwijl H. een stukje Chopin op de piano speelde, klapte ik mijn laptop open en ging mij verdiepen in de materie.


De computer van mijn gastheer liet ik wijselijk links liggen, want die dateert nog uit de tijd dat een piepjonge Bill Gates een mooie naam had bedacht voor zijn nieuwe revolutionaire software: Windows 1.0
Om toegang te krijgen tot de site van het CBR, het almachtige Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, moesten er eerst gebruikersnamen, wachtwoorden en sms-codes worden ingevoerd en opgehaald. Dit had de nodige voeten in aarde want de smartphone van H. is inmiddels hard op weg een dumbphone te worden. Hij stamt nog uit de tijd dat het hip was om schermpjes zo klein mogelijk te maken. De virtuoze vingerzetting die H. normaal op het klavier demonstreert bleek hier averechts te werken. Na een paar valse aanslagen besloot ik dat het verstandiger was om verdere communicatie met de overheid zoveel mogelijk via mijn eigen laptop te voeren. H. had van een leeftijdsgenoot vernomen dat er mogelijk een 'medische keuring' in de lucht hing. Dat klopte, want op de site van het CBR verscheen een digitaal formulier met de nodige vragen omtrent de gezondheid van de aanvrager en eventuele medische behandelingen uit het verleden. Een paar jaar geleden had H. een 'klein tikkie aan z'n hart gehad', zoals hij dat zelf formuleert. Daar is niets van te merken. Hij legt een levenslust en arbeidsethos aan de dag waar ik, vijftien jaar jonger, jaloers op ben. We besloten om op alle vragen over kwalen 'nee' te antwoorden in de hoop de digitale robot om de tuin te leiden. Ik drukte op de verzendknop. Er verscheen na enige ogenblikken een mededeling op het scherm die ik hardop voorlas: "We gaan uw medische gegevens bekijken en berichten u hierover binnen 24 uur."
"Mooi," zei H., "dan gaan we nu naar boven om bij de open haard een goed glas te nuttigen."

De volgende dag, om klokslag vier uur geslagen door de Vondelkerk, stond ik weer op de stoep van Bommelstein. "En?" vroeg ik jolig, op weg naar de keukentafel, "heb je al bericht ontvangen van het Communistisch Blokhoofd Rijtuigvergunningen?" Dat was inderdaad het geval. En wat ik al vermoedde bleek te kloppen, H. moest medisch gekeurd worden. De site gaf aan dat er speciale CBR-keuringsartsen zijn die, uiteraard tegen betaling, een dergelijk onderzoek uitvoeren. H. vond dit gedwongen winkelnering en stond erop dat zijn eigen lijfarts hem geschikt zou verklaren zijn automobielen te blijven besturen. Hiertoe moest een afspraak gemaakt worden. Dit gebeurde ouderwets via een zogenaamde landline. Voor de jonge lezertjes: dat is een telefoon aan een draadje die je nooit hoeft op te laden. 

Tot onze verbazing was er de volgende dag plaats. "Fijn," zei H. opgelucht, "dan gaan we nu naar boven. De haard brandt al, en ik heb een mooie Gran Trio openstaan." De volgende dag zat ik weer aan de met documenten bezaaide keukentafel. Bovenop lagen een paar A4'tjes met allerlei potloodkrabbels: de medische hiërogliefen van de huisarts. "En?" vroeg ik. Met een grote grijns op zijn gezicht antwoordde H.: "Goedgekeurd, ijzeren gestel!"
"Gefeliciteerd. Weer een horde genomen in deze steeplechase. Hoe verliep het consult?"
"Zeer voorspoedig, maar ik moest wel de trillende hand van de dokter, hij is namelijk zelf ook niet de jongste meer, vasthouden en naar de juiste vakjes begeleiden om die aan te vinken. Verder moest ik heel goed opletten, want bij een vorige keuring heeft hij bij de categorie 'ogen' het verkeerde vakje ingevuld. Zelf heb ik namelijk arendsogen, maar mijn lijfarts blijkbaar niet. Overigens was het wel opvallend dat ik de kosten van deze keuring, zijnde 44 euro, cash en liefst gepast diende af te rekenen. Het bedrag werd opgeborgen in zo'n groen metalen kistje. Je weet wel, zoals penningmeesters van korfbalverenigingen die ook hebben." 
"En, kon hij dit verslag uploaden naar het CBR?" Ik had namelijk gelezen dat dit de meest efficiënte manier was. Diepe zucht van H.
"Sorry! Domme vraag, gewoon met de post dan maar?" 
"Ja, aangetekende post. Maar niet nú, want nu gaan we naar boven naar de waranda. Er schijnt een dun zonnetje, maar ik heb in de uitverkoop bij de Action een terrasverwarmer gekocht. Die moeten we meteen maar even uittesten, net als de mooie bourgogne die klaarstaat."

Drie dagen later belt H. Met zijn verrukkelijke gevoel voor drama zegt-ie: "Lieve Martin, ik heb een mail gekregen van het CBR met daarin een cryptische tekst waar ik niets van begrijp."
"Lees voor!"
"Er staat: Wij hebben een belangrijke mededeling omtrent uw gezondsheidsverklaring. Ga daarvoor naar 'Mijn CBR'. Maar in de mail zelf staat verder niets. Zou ik toch opgegeven zijn, moet ik vast mijn begrafenispolis gaan opzoeken en gaan nadenken over de muziek?"
"Nergens aankomen! Ik spring op mijn fiets, ben er over tien minuten."
"Fijn, dan trek ik vast een flesje open."
Wederom moesten wij ons eerst door een jungle van wachtwoorden en codes worstelen om toegang te krijgen tot zijn gegevens.
"Goed nieuws!" riep ik opgelucht, "de conclusie van je dokter is door het almachtige CBR erkend. Je bent gezond genoeg om deel te nemen aan het gemotoriseerde verkeer!"
"Mooi!" zei H., "op naar boven!"
"Hoho, even wachten nog, we zijn er nog niet. Ik lees hier dat je een nieuwe pasfoto moet laten maken."
"Maar ik heb er nog wel een paar liggen van een jaar of vier geleden. Ik heb hoogstens nu een iets meer verfrommeld hoofd."
"Hm, laten we geen enkel risico nemen in deze fase."
We bestudeerden samen de instructies inzake rijbewijsfoto's. Een waslijst van ingewikkelde eisen omtrent pose, kleurstelling en gezichtsuitdrukking. Diverse goed/fout plaatjes moesten alles verduidelijken. Over 'Houding' stond er: hoofd recht naar voren, ogen op een horizontale lijn, hoofd niet gekanteld, schouders recht.

H. merkte op bij dit voorbeeld:
"Aha, zoals het wél moet zit je er dus bij als een barbiepop, als een wassen beeld van Madame Tussauds. Maar de man op links die afgekeurd is ziet er wel uit als een echt Mensch."
Over 'Achtergrond': egaal, geen kleurverloop.

"Kijk, iemand met artistieke aanleg, bijvoorbeeld Frans Molenaar, had bij leven en welzijn natuurlijk liever een wat frivoler achtergrond gehad, zoals op links. Maar dat is dus niet toegestaan."
Over 'Uitdrukking': neutrale blik, recht in camera, mond gesloten.

"Hij op links geniet van het leven, maar dat mag dus blijkbaar niet, de zuurpruim rechts is oké, die mag door."
We kozen de dichtstbijzijnde door het CBR goedgekeurde fotograaf, in de Kinkerstraat.
"Goed, daar ga ik morgenochtend heen. Ik bel je als het gelukt is maar houd mijn hart vast. Maar nu gaan we naar boven, anders wordt de rioja te warm daar bij de open haard." 
De volgende dag fietste ik weer naar H. en kreeg verslag van zijn fotosessie.
"Ik voelde al toen ik op dat krukje had plaatsgenomen dat het mij niet lukte om er ontspannen uit te zien. En op de uiteindelijke foto zie je een zeer mistroostig en uitgeput figuur. Dat heeft natuurlijk alles met dit slopende proces te maken." 

Ik keek in de mail die hij net heeft gekregen van het CBR.
Via deze mail laten we weten dat we de foto's ten behoeve van uw rijbewijs in goede orde hebben ontvangen. U kunt nu via de website van de RDW verder uw rijbewijs online aanvragen.
Huh? Tot nu toe was ik, als montere sportcoach bij deze hordeloop, vol goede moed geweest. Maar nu werden wij plotseling doorverwezen naar een totaal andere instelling, namelijk de RDW. Ik kon een lichte zucht niet onderdrukken en zag in gedachten vaag een loket opdoemen. Met daarachter een onheilspellende tronie met indringende ogen. Hij keek recht in de camera, mond gesloten. Die man ken ik, dacht ik. Het was Franz Kafka.

"Lieve Han, ik krijg opeens een Van Oekeltje, ik word niet goed. Ik denk dat we een kleine pauze bij de open haard moeten inlassen..."
"Uitstekend idee!"
Toen ons beider hartslag en bloeddruk weer binnen veilige waarden waren gedaald keerden we terug naar de keukentafel. Ik had in een vlaag van helderheid bedacht dat we het probleem misschien via een andere route konden aanvliegen, namelijk de Gemeente Amsterdam. Die zijn, weet ik uit ervaring, op het gebied van klantvriendelijkheid tot grote hoogte gestegen. Ik opende hun site en las hardop voor:
"U bent woonachtig in Amsterdam?"
"Correct!" antwoordde H. monter.
"U wilt uw huidige rijbewijs verlengen?"
"Klopt!"
"U heeft een mobiele telefoon met NFC chip met Android versie 6 punt nul of hoger of een iPhone 7 of een nieuwere?"
"O mijn god, daar gaan we weer."
H. stond al op om terug te keren naar de veilige, licht verduisterde salon met knapperend haardvuur.
"Wat voor iPhone heb je?"
Hij wierp een glazige blik op zijn toestel.
"Eh, geen idee, dan moet ik 'm eerst uit elkaar halen."
Maar ik wist het antwoord al, het apparaat was sterk verouderd. Onherroepelijk gedoemd om te eindigen in de lade die we allemaal hebben, het treurige vakje met daarin een aantal ooit zo moderne telefoons. Aangeslagen las ik verder op de site van de Gemeente Amsterdam. "Ga nu naar www.rdw.nl en vraag online uw rijbewijs aan."
Ja hoor, daar zal je hem hebben! Een klassieke catch-22, een loop waaruit ontsnappen praktisch onmogelijk is. H. was weer gaan zitten en sprak moedeloos: "Dit proces verlengt misschien wel mijn rijbewijs maar niet mijn leven." 
De heilige graal bij alle overheidszaken is tegenwoordig DigiD. Zonder deze app ben je kansloos, radeloos en reddeloos. Ik besloot een poging te doen om deze digitale sleutel alsnog te installeren op de Iphone van H. Maar net zoals bij zijn wagenpark hadden we hier te maken met industriële archeologie. Ik probeerde de App Store te openen maar moest daartoe eerst de zogenaamde Apple ID invoeren. Uiteraard was H. die kwijt. Er werden sigarenkistjes omgekeerd, achterkanten van bierviltjes bekeken, diverse willekeurige wachtwoorden ingevoerd, maar de Applewinkel van Sinkel bleef hermetisch gesloten. Even kwam ik in de verleiding om op de knop 'nieuwe Apple ID aanvragen' te drukken, maar besloot dit niet te doen. Want ongetwijfeld werden we dan nog verder meegesleurd op de rivier Styx richting heart of darkness.
"Eigenlijk," zei H., "zou ik net als een koe zo'n geel plaatje met een barcode erop in mijn oren moeten hebben, zodat dit soort ellende meteen kan worden uitgelezen."

Er bleek na veel zoeken godzijdank toch nog één mogelijkheid te zijn je fysiek aan een balie te melden. Ik maakte een afspraak bij Stadsloket Zuid voor half februari. Het oude rijbewijs van H. verloopt half april. In principe zou dit moeten lukken. Ik bood aan hem te vergezellen bij deze expeditie.
"Goed plan, zullen we dan met de Jensen gaan, zolang het nog kan?"

(wordt vervolgd)


© 2022 Martin Mulder
Eindredactie Emilia van Heuven















 

Comments

Popular posts from this blog

CURAÇAO

In 1992 nam ik de rigoreuze beslissing te verhuizen naar Cura ç ao. Ik was bijna veertig maar de eerste vage contouren van een midlife-crisis dienden zich reeds aan. Mijn werk als freelance-cameraman was in full swing, aan spannende klussen geen gebrek, maar er knaagde iets. Hoe nu verder, is that all there is ?  Twee niet onbelangrijke factoren speelden mede een rol: Ten eerste vielen er steeds meer blauwe enveloppen op de deurmat. Ik was destijds een typische creative, veel te druk met groots en meeslepend leven. Op tijd belasting betalen had niet mijn hoogste prioriteit. Live know, pay later was het na ïe ve motto van mij en vele van mijn collega’s. Naast deze fiscale struisvogel-politiek (waar ik later natuurlijk zwaar voor moest boeten en bloeden) speelde er ook een ander, meer persoonlijk dilemma. Mijn toenmalige vriendin maakte mij na twee jaar verkering op allerlei manieren duidelijk dat haar biologische klokje steeds harder begon te tikken. Een geluid da...

MOPPERENDE MIDDENSTANDER

Het zal niemand zijn ontgaan: warenhuis Hudson's Bay heeft definitief het loodje gelegd en trekt zich met hangende pootjes terug uit Nederland. Wat retailexperts de laatste weken met veel aplomb hebben uitgelegd over deze marketingblunder zagen we natuurlijk al vanaf day one aankomen. Het paradepaardje van dit Canadese warenhuis ging in 2017 open, gehuisvest in een nieuw opgetrokken pand op het Rokin. Een misbaksel dat op miraculeuze wijze goedgekeurd werd door het stadhuis. (Vroeger "Kremlin a/d Amstel" genoemd, thans "Hoofdkwartier van de Groene Khmer.") Technisch gezien was Hudson's Bay slechts de huurder van dit architectonisch affront vlak bij de Dam. Voor de werknemers lijkt de sluiting vervelend, maar het goede nieuws is dat door het schreeuwend tekort aan winkelpersoneel ze slechts het Rokin hoeven over te steken om meteen aan de slag te gaan bij bijvoorbeeld de Japanse nieuwkomer Uniqlo. (Een concept waarvan ik denk: die gaat h...

Een slepende affaire

Vorig jaar kreeg ik een interessant verzoek. Of ik als ghostwriter het levensverhaal wilde optekenen van mijn goede vriend Bert Evers. Verhalen in de categorie van krantenjongen tot miljonair zijn er in overvloed, maar het traject dat Bert aflegde is tamelijk opmerkelijk. Begin jaren negentig leerde ik hem kennen tijdens mijn eerste klus op Curaçao. Het betrof een speciale Antilliaanse editie van het praatprogramma van Tineke de Nooij. Het klikte meteen tussen Bert, mij en het eiland. Ik zou daarna nog een aantal keren terugkeren voor diverse andere opnames. De vriendschap werd hechter en uiteindelijk zou ik zelf, op de hielen gezeten door de Inspecteur én diverse dames, bijna drie jaar op het eiland bivakkeren. De carrière van Bert Evers zag er aanvankelijk niet rooskleurig uit. Hij werd begin jaren vijftig geboren in de Mercatorbuurt in Amsterdam-West, als zoon en kleinzoon van hardwerkende café-uitbaters.  Het Mercatorplein in Amsterdam Oud-West Behept met een lichte stotter en ...